Veiligheids-I/O
Deze paragraaf beschrijft de specifieke veiligheidsingangen (gele klem met rode tekst) en de
configureerbare I/O (gele klemmen met zwarte tekst) indien geconfigureerd als veiligheids-I/O. Volg
de gemeenschappelijke specificaties voor alle digitale I/O in
specificaties voor alle digitale I/O op pagina
Veiligheidsvoorzieningen en apparatuur moet worden geïnstalleerd volgens de
veiligheidsvoorschriften en de risicobeoordeling in
Alle veiligheids-I/O's zijn dubbel (redundant) en moeten als twee afzonderlijke takken worden
gehouden. Een enkele fout veroorzaakt geen verlies van de veiligheidsfunctie.
Er zijn twee permanente types veiligheidsingang:
• Noodstop robot alleen voor noodstopapparatuur
• Beveiligingsstop voor veiligheidsapparatuur
Het functieverschil wordt hieronder weergegeven.
Robot stopt met bewegen
Programma-uitvoering
Stroom voor aandrijvingen
Resetten
Frequentie van gebruik
Vereist herinitialisering
Stopcategorie (IEC 60204-1)
Prestatieniveau van bewakingsfunctie
(ISO 13849-1)
Het is mogelijk om de configureerbare I/O te gebruiken om extra veiligheids-I/O-functionaliteit te
configureren, bijvoorbeeld noodstopuitgangen. Het configureren van set van configureerbare I/O's
voor veiligheidsfuncties wordt gedaan via de GUI (zie
UR3e
paragraaf Gemeenschappelijke
43.
hoofdstuk 2.1. Veiligheid op pagina
Noodstop
Ja
Pauzes
Uit
Handmatig
Niet-frequent
Uitsluitend rem
loslaten
1
PLd
deel Deel II
PolyScope-handleiding).
45
13.
Beveiligde stop
Ja
Pauzes
Aan
Automatisch of handmatig
Elke cyclus naar niet-
frequent
Nee
2
PLd
Gebruikershandleiding