De schroefpositie
configureren
De schroefinterface
configureren
Gebruikershandleiding
1. Gebruik het vervolgkeuzemenu onder Configuratie schroeven om
een eerder gedefinieerd TCP
305) te selecteren waarbij Positie en Oriëntatie als volgt worden
ingesteld:
• Configureer de Positie als de punt van het
schroefgereedschap waar het contact maakt met de schroef.
• Configureer de Oriëntatie zo dat de positieve Z-richting
uitgelijnd is met de lengte van de aan te draaien schroeven.
U kunt de X-, Y- en Z-coördinaten van het geselecteerde TCP visualiseren
om te bevestigen dat het overeenkomst met de bit of dop van het
gereedschap.
De programmanode Schroeven gebruikt de positieve Z-richting van het
geselecteerde TCP om de schroef te volgen en afstanden te berekenen.
1. Gebruik het keuzemenu Interface bovenin het scherm om de
weergegeven inhoud te wijzigen op basis van het signaaltype.
2. Configureer onder Ingang de signalen die de robot van de
schroevendraaier ontvangt:
• OK: Hoog wanneer het aandraaien succesvol stopt. Indien
niet geselecteerd, is deze voorwaarde niet beschikbaar in de
programmanode Schroeven
• Niet OK: Hoog wanneer het aandraaien stopt met fouten.
Indien niet geselecteerd, is deze voorwaarde niet beschikbaar
in de programmanode Schroeven
• Klaar: Hoog wanneer de schroevendraaier klaar is om te
starten. Indien niet geselecteerd, is deze voorwaarde niet
aangevinkt
3. Configureer onder Uitgang de signalen die de robot naar de
schroevendraaier stuurt:
• Start: start het aan- of losdraaien van een schroef afhankelijk
van de bedrading.
• Programmaselectie: één integer of tot vier binaire signalen
kunnen worden geselecteerd om verschillende configuraties
te activeren die in de schroevendraaier zijn opgeslagen
• Vertraging programmaselectie: te hanteren wachttijd na
wijzigen van het programma van de schroevendraaier, om
zeker te zijn dat deze actief is
(zie 3.5.1. TCP-configuratie op pagina
330
UR3e