Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Leeftijd Van Robot - Universal Robots e-Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor e-Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschrijving
Typen
variabelen

3.3.4. Leeftijd van robot

Beschrijving
Gebruikershandleiding
Een robotprogramma kan gebruik maken van variabelen voor het opslaan
en bijwerken van verschillende waarden tijdens uitvoer. Er zijn twee
soorten variabelen beschikbaar:
Installatievariabelen
Deze kunnen door meerdere programma's gebruikt worden en hun
naam en waarden blijven bestaan tijdens de robotinstallatie (zie ).
Installatievariabelen behouden hun waarde nadat de robot en regelkast
opnieuw zijn opgestart.
Reguliere programmavariabelen
Deze zijn alleen beschikbaar voor het draaiende programma en de
waarden gaan verloren zodra het programma gestopt wordt.
Waypoints weergeven
Het robotprogramma gebruikt scriptvariabelen om informatie over
waypoints op te slaan.
Selecteer het selectievakje Waypoints weergeven onder Variabelen
om scriptvariabelen weer te geven in de variabelenlijst.
Een booleaanse variabele waarvan de waarde waar of onwaar is.
bool
Een geheel getal binnen het bereik -2147483648 tot 2147483647
int
(32-bits).
float
Een zwevendekommagetal (decimaal) (32-bits).
string
Een reeks tekens.
Een vector die de locatie en oriëntatie beschrijft in de cartesiaanse
ruimte. Dit is een combinatie van een positievector ( x , y , z ) en een
positie
rotatievector ( rx , ry , rz ) die de oriëntatie vertegenwoordigen,
geschreven als p[x, y, z, rx, ry, rz].
list
Een reeks variabelen.
Dit veld geeft de tijdsduur aan sinds de robot oorspronkelijk is
ingeschakeld. De cijfers in dit veld zijn niet gerelateerd aan de
uitvoeringstijd van het programma.
182
UR3e

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ur3eUr16e

Inhoudsopgave