Detail
Gebruik de elementen Punt, Lijn en/of Vlak om een elementpositie te
definiëren.
Deze elementen worden gepositioneerd via een methode die de huidige
positie van het TCP in het werkgebied gebruikt. Dit betekent dat u locaties
van elementen kunnen programmeren met behulp van Freedrive of
"joggen" om de robot naar de gewenste positie te verplaatsen.
Selectie van een element hang af van het gebruikte type object en de
nauwkeurigheidseisen. Gebruik waar mogelijk een Lijn- en Vlak-element,
daar deze op meer invoerpunten zijn gebaseerd. Meer invoerpunten
betekent een hogere precisie.
U kunt bijvoorbeeld nauwkeurig de richting van een lineaire transportband
definiëren door twee punten van een Lijn-element te definiëren met zoveel
mogelijk fysieke scheiding. U kunt ook een Punt-element gebruiken om
een lineaire transportband te definiëren, maar dan moet u de TCP in de
richting van de beweging van de transportband laten wijzen.
Als er meer punten gebruikt worden om de positie van een tafel te
definiëren, betekent dit dat de oriëntatie is gebaseerd op de posities in
plaats van de oriëntatie van één enkele TCP. Het is moeilijker één enkele
TCP-oriëntatie met grote nauwkeurigheid te configureren.
Zie
paragraaf Een punt toevoegen op pagina 337
en
Vlakvormig
element op pagina 338
voor meer informatie over het toevoegen van
elementen.
UR3e
335
Gebruikershandleiding