Beschrijving
I/O-signaaltype
Door de gebruiker
ingestelde namen
toewijzen
I/O-acties en
regeling van het I/O-
tabblad
UR3e
Gebruik het scherm I/O-instellingen om I/O-signalen te definiëren en acties
te configureren op het tabblad I/O. Het type van I/O-signalen wordt vermeld
onder Ingang en Uitgang.
U kunt een veldbus gebruiken, bijvoorbeeld Profinet en Ethernet/IP, voor
toegang tot de algemene registers.
Als u de Communicatie-interface voor tools (TCI) inschakelt, is de analoge
gereedschapsingang niet meer beschikbaar.
Om het aantal signalen te beperken dat wordt vermeld onder Ingang en
Uitgang, gebruiken het vervolgkeuzemenu Weergave om de
weergegeven inhoud te wijzigen op basis van het signaaltype.
U kunt de ingangs- en uitgangssignalen een naam geven, om de gebruikte
eenvoudig te kunnen identificeren.
1. Selecteer het gewenste signaal.
2. Tik op het tekstveld om een naam voor het signaal in te voeren.
3. Tik op Wissen om de standaardnaam te herstellen.
U moet een door de gebruiker gedefinieerde naam opgegeven voor een
algemeen register om het beschikbaar te maken in het programma
(bijvoorbeeld voor een Wachten-commando of de conditionele expressie
van een Als-commando).
De commando's Wachten en Als worden beschreveb in
pagina 244
en
Als op pagina
vinden in de selector Ingang of Uitgang in het scherm Expressie-editor.
U kunt fysieke en digitale veldbus-I/O's gebruiken om acties te triggeren of
te reageren op de status van een programma.
262. Benoemde algemene registers zijn te
315
Wachten op
Gebruikershandleiding