Variabelebeschrijvingen U kunt informatie toevoegen aan uw variabelen door
Favoriete variabelen
Programmavariabelen
Installatievariabelen
UR3e
variabelebeschrijvingen toe te voegen in de kolom Beschrijving. U kunt
de variabelebeschrijvingen gebruiken om het doel van de variabele en/of
de betekenis van de waarde bekend te maken aan gebruikers die het
tabblad Uitvoeren gebruiken of aan andere programmeurs.
Variabelebeschrijvingen (indien gebruikt) kunnen maximaal 120 tekens
lang zijn en worden weergegeven in de kolom Beschrijving van de
variabelenlijst op het tabblad Uitvoeren en het tabblad Variabelen.
U kunt geselecteerde variabelen weergeven met de optie Alleen
favoriete variabelen weergeven.
Om favoriete variabelen weer te geven
1. Selecteer onder Variabelen het vakje Alleen favoriete variabelen
weergeven.
2. Selecteer Alleen favoriete variabelen weergeven nogmaals om
alle variabelen weer te geven.
U kunt geen favoriete variabelen aanwijzen in het tabblad Uitvoeren, u
kunt ze alleen weergeven. Het aanwijzen van favoriete variabelen is
afhankelijk van het type variabele.
Zie
Tabblad Variabelen op pagina 196
programmavariabelen.
Zie
3.5.5. Installatie variabelen op pagina 317
installatievariabelen.
Om favoriete programmavariabelen aan te wijzen
1. Tik in de kop op Programma.
De variabelen worden vermeld onder Variabelenconfiguratie.
2. Selecteer de gewenste variabelen.
3. Selecteer het vakje Favoriete variabele.
4. Tik op Uitvoeren om terug te keren naar uw variabelenweergave.
Om favoriete installatievariabelen aan te wijzen
1. Tik in de kop op Installatie.
2. Selecteer Variabelen onder Algemeen.
De variabelen worden vermeld onder Installatievariabelen.
3. Selecteer de gewenste variabelen.
4. Selecteer het vakje Favoriete variabele.
5. Tik op Uitvoeren om terug te keren naar uw variabelenweergave.
177
voor meer informatie over
voor meer informatie over
Gebruikershandleiding