8. Elektrische interface
LET OP
Het niet regelmatig controleren en testen van de veiligheidsfuncties kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
• Veiligheidsfuncties moeten worden gecontroleerd voordat de robot in gebruik
wordt genomen.
• Veiligheidsfuncties moeten regelmatig worden getest.
OSSD-signalen
Alle geconfigureerde en permanente veiligheidsingangen worden gefilterd om het gebruik van
OSSD-veiligheidsapparatuur met pulslengtes korter dan 3 ms mogelijk te maken. De
veiligheidsingang wordt iedere milliseconde getest en de status van de ingang wordt bepaald door
het meest frequent waargenomen ingangssignaal gedurende de laatste 7 milliseconden. For details
about OSSD pulses on the safety outputs, see
Standaard veiligheidsconfiguratie
De robot wordt geleverd met een standaardconfiguratie die operatie mogelijk maakt zonder extra
veiligheidsuitrusting (zie de afbeelding hieronder).
Noodstopknoppen aansluiten
De meeste toepassingen vereisen een of meer extra noodstopknoppen. De afbeelding hieronder
laat zien hoe een of meer noodstopknoppen kunnen worden aangesloten.
De noodstop delen met andere machines
U kunt een gedeelde noodstopfunctie tussen de robot en andere machines instellen door de
volgende I/O-functies te configureren via de GUI. De noodstopingang van de robot kan niet worden
gebruikt voor delingsdoeleinden. Indien meer dan twee UR-robots of andere machines moeten
Gebruikershandleiding
Deel II Softwarehandleiding op pagina
Safety
24V
EI0
24V
EI1
24V
SI0
24V
SI1
Safety
24V
EI0
24V
EI1
24V
SI0
24V
SI1
Safety
24V
EI0
24V
EI1
24V
SI0
24V
SI1
42
110.
UR30