• Test of de noodstopuitgangen van het systeem daadwerkelijk in staat zijn om het hele
systeem in een veilige toestand te brengen.
• Test of het systeem dat is aangesloten op Robot Moving output, Robot Not Stopping output,
Reduced Mode output of Not Reduced Mode output de outputwijzigingen daadwerkelijk kan
detecteren
2.9. Noodstop
De noodstop of noodstop is de rode drukknop op de Teach Pendant. Druk op de noodstopknop om
alle robotbewegingen te stoppen. Het activeren van de noodstopknop veroorzaakt een categorie 1
stop (IEC 60204-1).
Noodstoppen zijn geen beveiligingen (ISO 12100). Noodstoppen zijn aanvullende
beschermingsmaatregelen en zijn niet bedoeld om letsel te voorkomen. De risicobeoordeling van de
robottoepassing bepaalt of aanvullende noodstopknoppen vereist zijn. De noodstopfunctie en de
inschakelinrichting moeten voldoen aan ISO 13850.
Nadat een noodstop is geactiveerd, wordt de drukknop vergrendeld in die instelling. Daarom moet
elke keer dat een noodstop wordt geactiveerd, deze handmatig worden gereset op de drukknop die
de stop heeft geïnitieerd.
Voordat de noodstopknop wordt reset, moet u de reden voor activering van de noodstop visueel
vaststellen en beoordelen. Visuele beoordeling van alle apparatuur in de toepassing is vereist.
Reset de noodstopknop nadat het probleem is opgelost.
Om de noodstopknop te resetten
1. Houd de drukknop ingedrukt en draai met de klok mee totdat de vergrendeling wordt
uitgeschakeld.
U moet voelen wanneer de vergrendeling is uitgeschakeld, wat aangeeft dat de drukknop is
gereset.
2. Herstel na het resetten van de noodstop de stroomtoevoer naar de robot en hervat de
werking.
2.10. Beweging zonder aandrijfkracht
In het onwaarschijnlijke geval van een noodgeval, wanneer het voeden van de robot onmogelijk of
ongewenst is, kunt u gedwongen achteruitrijden gebruiken om de robotarm te bewegen.
Om gedwongen terugrijden uit te voeren, moet u de robotarm hard duwen of trekken om het
gewricht te verplaatsen. Elke koppelingsrem heeft een wrijvingskoppeling die beweging mogelijk
maakt tijdens een hoog geforceerd koppel.
Het uitvoeren van gedwongen achteruitrijden vereist veel kracht en kan niet door één persoon alleen
worden uitgevoerd. In opspansituaties moeten twee of meer mensen gedwongen terugrijden. In
sommige situaties moeten twee of meer mensen de robotarm demonteren.
Zie de Servicehandleiding voor informatie over het demonteren van de robot.
UR30
11
2. Veiligheid
Gebruikershandleiding