SF-nr. en
veiligheidsfunctie
SF10
UR-robot
noodstopuitgang
UR30
Beschrijving
Indien geconfigureerd voor
een robot<noodstop>uitgang
en er een robotstop is, zijn de
dubbele uitgangen LAAG.
Als er geen robot<noodstop>
wordt geïnitieerd, zijn de
dubbele uitgangen hoog.
Impulsen worden niet
gebruikt, maar wel
getolereerd.
Deze dubbele uitgangen
veranderen van toestand
voor elke externe
noodstopknop die is
aangesloten op
configureerbare
veiligheidsingangen, waarbij
deze ingang is
geconfigureerd als een
noodstopingang.
Voor de geïntegreerde
functionele
veiligheidsclassificatie met
een extern
veiligheidsgerelateerd
regelsysteem, voegt u de
PFHD van deze
veiligheidsgerelateerde
uitgang toe aan de PFHD
van het externe
veiligheidsgerelateerde
regelsysteem.
Voor de noodstopuitgang
wordt de validatie uitgevoerd
bij de externe apparatuur,
aangezien de UR-uitgang
een ingang is voor deze
externe
noodstopveiligheidsfunctie
voor externe apparatuur.
OPMERKING: als de IMMI
(Injection Moulding Machine
Interface) wordt gebruikt, is
de noodstopuitgang van de
UR-robot NIET verbonden
met de IMMI. Er wordt geen
noodstopuitgangssignaal
verzonden van de UR-robot
naar de IMMI. Dit is een
Wat gebeurt er?
Dubbele uitgangen
worden laag in
geval van een
noodstop, als
configureerbare
uitgangen zijn
ingesteld
97
20. Veiligheidsfunctietabellen
PFH
Beïnvloedt
D
1,8E-
Externe
07
aansluiting
op logica
en/of
apparatuur
Gebruikershandleiding