Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Universal Robots UR30 Gebruikershandleiding pagina 168

Inhoudsopgave

Advertenties

Uitgangssignalen
UR30
U kunt de volgende veiligheidsfuncties toepassen voor uitgangssignalen.
Alle signalen gaan terug naar laag als de status waardoor het hoge signaal
geactiveerd is, beëindigd is:
Systeemnoodstop
Het signaal is laag wanneer het veiligheidssysteem getriggerd is naar
een Noodstopstatus door de ingang Noodstop robot of de
Noodstopknop. Om vastlopen te voorkomen, wordt geen laag signaal
gegeven als de Noodstopstatus is getriggerd door de ingang
Systeemnoodstop.
Robot beweegt
Het signaal is laag wanneer de robot beweegt, anders hoog.
Robot stopt niet
Het signaal is Hoog wanneer de robot is gestopt of bezig is met
stoppen vanwege een noodstop of beveiligde stop. Anders is hij
logisch laag.
Verminderd
Het signaal is laag wanneer de robotarm verminderde parameters
hanteert of als de veiligheidsingang is geconfigureerd met een
verminderde ingang en het signaal momenteel laag is. Anders is het
signaal hoog.
Niet verminderd
Dit is het omgekeerde van Verminderd, wat hierboven beschreven is.
Veilige uitgangspositie
Het signaal is hoog als de robotarm is gestopt in de geconfigureerde
veilige uitgangspositie. Anders is het signaal Laag .
MEDEDELING
Externe machines die de Noodstopstatus via de
Systeemnoodstop uitgang van de robot ontvangen,
moeten aan ISO 13850 voldoen. Dit is met name
noodzakelijk in installaties waarbij de ingang Noodstop
robot met een extern Noodstopapparaat is verbonden. In
zulke gevallen wordt de Systeemnoodstop uitgang hoog
wanneer het externe Noodstopapparaat wordt vrijgegeven.
Daarvoor is geen ingrijpen van de operator van de robot
nodig. Om aan de veiligheidsnormen te voldoen, moet de
externe machine handmatig ingrijpen verzoeken om verder
te kunnen.
153
Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave