WAARSCHUWING
1. Sluit nooit veiligheidssignalen aan op een PLC die geen veiligheids-PLC is
met het juiste veiligheidsniveau. Het niet opvolgen van deze waarschuwing
kan leiden tot ernstige verwondingen of de dood, omdat de
veiligheidsstopfunctie overschreven kan worden. Het is van belang dat de
veiligheidsinterfacesignalen worden gescheiden van de normale I/O-
interfacesignalen.
2. Alle veiligheidsgerelateerde signalen worden redundant uitgevoerd (twee
onafhankelijke kanalen). Houd de beide kanalen gescheiden, zodat een
enkele fout niet kan leiden tot verlies van de veiligheidsfunctie.
3. Sommige I/O's in de regelkast kunnen worden geconfigureerd als normale
of veiligheidsgerelageerde I/O. Lees en begrijp de volledige
Regelaar-I/O on the facing
WAARSCHUWING
1. Zorg dat alle apparatuur die niet geschikt is voor blootstelling aan water
droog blijft. Als er water in het product komt, verbreek dan alle
stroomtoevoer en neem vervolgens contact op met uw leverancier.
2. Gebruik alleen originele kabels die met de robot zijn meegeleverd. Gebruik
de robot niet voor toepassingen waarbij deze kabels gebogen moeten
worden. Neem contact op met uw leverancier als u langere of flexibele
kabels nodig hebt.
3. Negatieve aansluitingen worden aangeduid als GND en worden aangesloten
op de afscherming van de robot en de regelkast. Alle genoemde GND-
aansluitingen zijn uitsluitend voor voeding en signalering. Gebruik voor
aarding (PE, Protective Earth) de M6-schroefklemmen gemarkeerd met
aardingssymbolen in de regelkast. De aardingsgeleider moet minimaal de
stroomsterkte van de hoogste stroomwaarde in het systeem hebben.
4. U moet de interfacekabels naar de robot-I/O zorgvuldig installeren. De
metalen plaat onderin is bedoeld voor interfacekabels en aansluitingen.
Verwijder de plaat voordat u de gaten boort. Controleer of alle zaagsel
verwijderd is voordat u de plaat opnieuw plaatst. Denk eraan pakkingen van
het juiste formaat te gebruiken.
UR3
page.
32
paragraaf 1.9.3.
Gebruikershandleiding