System Emergency Stop - Universal Robots UR3 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor UR3:
- Gebruikershandleiding (237 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (191 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (217 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
De snelheidsschuifbalk kan stapsgewijs worden verhoogd om een hogere snelheid te
bereiken. De snelheidschuifbalk wordt naar de lage waarde gereset wanneer de ingang
Inschakelapparaat met drie standen van laag naar hoog gaat.
Om de bedrijfsmodus met een apparaat voor externe modus te kiezen, dient u de invoer van de
laag is en in Programmeermodus wanneer de invoer hoog is.
1. Om de bedrijfsmodus met een apparaat voor externe modus te kiezen, dient u de ingang
Werkmodus te configureren. De optie om deze te configureren, verschijnt in de
vervolgkeuzemenu's nadat de ingang Inschakelapparaat met drie standen is
geconfigureerd. De robot is in de Werkmodus wanneer de ingang Werkmodus laag is en in
de Programmeermodus wanneer deze hoog is.
2. Om de bedrijfsmodus te selecteren vanuit Polyscope, moet alleen de ingang
Inschakelapparaat met drie standen worden geconfigureerd en toegepast op de
Veiligheidsconfiguratie. In dit geval is de standaardmodus Werken. Om over te schakelen
naar de Programmeermodusover, kiest u de knop "Robot Programmeren" in het
welkomstscherm. Om terug te schalen naar de Werkmodus, verlaat u simpelweg het
scherm "Robot programmeren".
OPMERKING
• Nadat de veiligheids-I/O-configuratie met ingeschakelde
Inschakelapparaat met drie standen bevestigd is, wordt
automatisch het welkomstscherm getoond. Het welkomstscherm wordt ook
automatisch getoond wanneer de bedrijfsmodus verandert van
Programmeren naar Werken.
• De 3-positieschakelaar, samen met zijn gedrag, prestatie-eigenschappen en
werking, moet volledig voldoen aan ISO 10218-1: artikel 5.8.3 voor een
inschakelapparaat.
• Uitgangssignalen
U kunt de volgende veiligheidsfuncties voor uitgangsignalen toepassen.
Voor de uitgangssignalen kunnen de volgende Veiligheidsfuncties toegepast worden.
Systeemnoodstop
System Emergency Stop
Het signaal is laag wanneer het veiligheidssysteem getriggerd is naar een Noodstopstatus door
de ingang Noodstop robot of de Noodstopknop. Om vastlopen te voorkomen, wordt geen laag
signaal gegeven als de Noodstopstatus is getriggerd door de ingang Systeemnoodstop.
Gebruikershandleiding
109
UR3
Advertenties
Inhoudsopgave
