WAARSCHUWING
1. Zorg dat u buiten het werkbereik van de robot blijft wanneer op de knop
Play wordt gedrukt. De beweging die u het geprogrammeerd kan anders
zijn dan verwacht.
2. Gebruik de knop Step button when it is absolutely necessary. Make sure to
stay outside the robot workspace when the Step alleen als het absoluut
noodzakelijk is. Zorg dat u buiten het werkbereik van de robot blijft wanneer
oop deze knop wordt gedrukt.
3. Zorg dat u het programma altijd test door de snelheid te verlagen met de
snelheidsschuifbalk. Logische programmafouten die gemaakt worden door
de integrator kunnen onverwachte bewegingen van de robotarm tot gevolg
hebben.
4. Wanneer een noodstop of beschermende stop heeft plaatsgevonden, stopt
het robotprogramma. Het kan worden hervat zolang een gewricht zich niet
meer dan 10
robot langzaam terug op het traject en gaat verder met de uitvoering van
het programma.
Tijdens het schrijven van het programma wordt de daaruit voortvloeiende beweging van de
robotarm weergegeven met een 3D-tekening op het tabblad Graphics, omschreven
Tab Grafisch on
page199.
Naast ieder programmacommando ziet u een klein pictogram dat rood, geel en groen kan zijn.
Een rood pictogram betekent dat er een fout in het commando zit, geel betekent dat het
commando nog niet af is en groen betekent dat alles in orde is. Een programma kan alleen
worden uitgevoerd als alle commando's groen zijn.
1.24.3. Variabelen
Een robotprogramma kan gebruik maken van variabelen voor het opslaan en bijwerken van
verschillende waarden tijdens uitvoer. Er zijn twee soorten variabelen beschikbaar:
Installatievariabelen
Deze kunnen door meerdere programma's gebruikt worden en hun naam en waarden blijven
bestaan tijdens de robotinstallatie
Installatievariabelen behouden hun waarde nadat de robot en regelkast opnieuw zijn
opgestart.
Reguliere programmavariabelen
Deze zijn alleen beschikbaar voor het draaiende programma en de waarden gaan verloren
zodra het programma gestopt wordt.
Waypoints weergeven
Het robotprogramma gebruikt scriptvariabelen om informatie over waypoints op te slaan.
Selecteer het selectievakje Waypoints weergeven onder Variabelen om de scriptvariabelen
Gebruikershandleiding
∘
heeft verplaatst. Door op Afspelen te drukken, beweegt de
(zie 1.23.10. Installatie → Variabelen on
157
in 1.24.33.
page138).
UR3