1.23.10. Installatie → Variabelen
Variabelen die aangemaakt worden in het scherm Variabelen worden installatievariabelen
genoemd en worden gebruikt net als normale programmavariabelen. Installatievariabelen zijn
verschillend omdat ze hun waarde behouden, zelfs als een programma stopt en dan weer start,
en wanneer de robotarm en/of regelkast uitgeschakeld en dan weer ingeschakeld wordt. Hun
namen en waarden worden opgeslagen tijdens de installatie, dus het is mogelijk dezelfde
variabele te gebruiken in meerdere programma's.
Door op Nieuwe aanmaken te drukken, wordt een scherm weergegeven met een voorgestelde
naam voor de nieuwe variabele. De naam kan gewijzigd worden en de waarde kan ingevoerd
worden via het aanraken van het tekstveld. Er kan alleen op de knop OK worden getikt als de
nieuwe naam nog niet gebruikt is in deze installatie.
Het is mogelijk de waarde van een installatievariabele te wijzigen door de variabele in de lijst te
markeren en te klikken op Waarde bewerken.
Selecteer een variabele en tik op Verwijderen om deze te verwijderen.
Na het configureren van de installatievariabelen, moet de installatie zelf opgeslagen worden om
de configuratie te bewaren.
UR3
138
Gebruikershandleiding