Geavanceerde instellingen
Hier kunt u alle algemene limieten, beschreven
in 1.20.10. Algemene limieten on
page95,
onafhankelijk van elkaar aanpassen. Dit kunt u doen door op het corresponderende tekstveld te
tikken en een nieuwe waarde in te voeren. De hoogst geaccepteerde waarde voor deze limieten
wordt vermeld in de kolom genaamd Maximum. De krachtlimiet kan worden ingesteld op een
waarde tussen 100 N (50 N voor een UR3) en 250 N. en de voedingslimiet op een waarde tussen
80 W en 1000 W.
Let op: De velden voor limieten in de Verminderde modus worden uitgeschakeld wanneer er geen
veiligheidsvlak of configureerbare ingang is ingesteld om ze te activeren
(zie 1.20.13. Veiligheids-
I/O on page107
voor meer informatie). Daarnaast mogen de
1.20.12. Grenzen on page100
en de
limieten voor Snelheid en Momentum in de Verminderde modus niet hoger zijn dan hun
tegenhanger in de Normale modus.
De toleranties en eenheid voor elke limiet worden vermeld aan het einde van de regel die erbij
hoort. Wanneer een programma draait, wordt de snelheid van de robotarm automatisch
aangepast om geen van de ingevoerde waarden minus de tolerantie te overschrijden
(zie 1.20.4.
Toleranties on
page92). Merk op dat het minteken weergegeven bij elke tolerantiewaarde slechts
daar is om aan te geven dat de tolerantie wordt afgetrokken van de werkelijke ingevoerde waarde.
Het veiligheidssysteem zal een Stop Categorie 0 uitvoeren indien de robotarm de limiet zou
overschrijden (zonder tolerantie).
Gebruikershandleiding
97
UR3