Als het doel-TCP van de robot niet langer in de buurt van de limiet is, verdwijnt de 3D-
representatie. Als het TCP een grens overtreedt of bijna overtreedt, dan wordt de visualisatie van
de limiet rood.
De 3D-weergave kan worden in- en uitgezoomd en gedraaid voor een betere kijk op de robotarm.
De knoppen rechtsboven op het scherm kunnen de verschillende grafische onderdelen van de 3D-
weergave uitschakelen. Met de onderste schakelaar schakelt u de visualisatie van het naderen
van grenzen uit. De weergegeven bewegingssegmenten zijn afhankelijk van de geselecteerde
programmanode. Als er een Move-node geselecteerd is, bestaat het weergegeven traject uit de
daardoor gedefinieerde beweging. Als een Waypoint-node geselecteerd is, worden op het scherm
de volgende ~ 10 bewegingsstappen weergegeven.
1.24.34. Tab Structuur
De tab met de programmastructuur biedt mogelijkheden voor het invoegen, verplaatsen, kopiëren
en verwijderen van de diverse commandotypes.
Doe het volgende om nieuwe commando's in te voegen:
1. Selecteer een bestaand programmacommando.
2. Selecteer of het nieuwe commando boven of onder het geselecteerde commando moet
worden ingevoegd.
3. Druk op de knop voor het commandotype dat u wilt invoegen. Voor het aanpassen van de
details voor het nieuwe commando gaat u naar de tab Command.
UR3
200
Gebruikershandleiding