Als de robotarm op een platte tafel of vloer wordt gemonteerd zijn er geen wijzigingen nodig op
dit scherm. Als de robotarm echter aan het plafond, aan de wand of onder een hoek wordt
gemonteerd, moet dit worden afgesteld met de knoppen.
De knoppen rechts op het scherm zijn voor het instellen van de montagehoek van de robotarm.
Met de bovenste drie knoppen aan de rechterkant wordt de hoek met het plafond (180
∘
∘
(90
) of vloer (0
) ingesteld. Met de knoppen Kantelen wordt een willekeurige hoek ingesteld.
De knoppen onderaan op het scherm worden gebruikt om de montage van de robotarm te laten
roteren, zodat deze overeenkomt met de daadwerkelijke montage.
WAARSCHUWING
Zorg dat u de juiste installatie-instellingen gebruikt. Sla de installatiebestanden
op en laadt ze met het programma.
1.23.8. Installatie → I/O-instellingen
In het scherm I/O-instellingen kunnen gebruikers I/O-signalen definiëren en acties configureren
op het I/O-tabblad.
De paragrafen Ingang en Uitgang geven een lijst van I/O-signalen zoals:
• Digitaal standaard algemene doelen, configureerbaar en gereedschap
• Analoog standaard algemeen doel en gereedschap
• MODBUS
Gebruikershandleiding
135
∘
), wand
UR3