Naam
In het tekstveld Name kan de gebruiker een naam geven aan het geselecteerde veiligheidsvlak.
Deze naam kan aangepast worden door op het tekstveld te tikken en een nieuwe naam in te
voeren.
Element kopiëren
De positie en normale staat van het veiligheidsvlak worden gespecificeerd met behulp van een
element (zie ) van de huidige robotinstallatie. Gebruik het vervolgkeuzemenu linksonder in het
onderdeel Safety Plane Properties section to select a feature. Only the point and plane
type features are available. Choosing the <Undefined> om een element te selecteren. Alleen
de elementtypen punt en vlak zijn beschikbaar. De optie <Niet gedefinieerd> wist de configuratie
van het vlak.
De z-as van het geselecteerde element wijst naar het niet-toegestane gebied en het normale vlak
wijst in tegenovergestelde richting, behalve wanneer het element Base is geselecteerd, in welk
geval het normale vlak in dezelfde richting wijst. Als het vlak is geconfigureerd als een Trigger
verminderde modus-vlak
(zie Veiligheidsmodus on the facing
page), geeft het normale vlak de
zijde aan van het vlak dat niet de overgang naar de Verminderde modus activeert.
Er dient te worden opgemerkt dat wanneer het veiligheidsvlak geconfigureerd is door het
selecteren van een element, de positie van de informatie alleen maar gekopieerd wordt naar het
veiligheidsvlak; het vlak wordt niet gekoppeld aan dat element. Dit betekent dat wanneer er
wijzigingen worden aangebracht in de positie of oriëntatie van een element dat is gebruikt voor
het configureren van een veiligheidsvlak, het veiligheidsvlak niet automatisch wordt bijgewerkt.
Als het element is gewijzigd, wordt dit aangegeven door een pictogram
op de
UR3
102
Gebruikershandleiding