Download Print deze pagina

Boston Scientific Vercise Handleiding pagina 110

Systemen voor diepe hersenstimulatie

Advertenties

Vercise™-systemen voor diepe hersenstimulatie
Waarschuwingen
Auto's en andere apparatuur: Bedien auto's, andere gemotoriseerde voertuigen of 
mogelijk gevaarlijke machines/apparatuur met uiterste voorzichtigheid nadat bij u het Boston 
Scientific DBS-systeem is geïmplanteerd. Patiënten dienen het uitoefenen van activiteiten die 
gevaarlijk zijn als de behandelde symptomen weer terugkeren, of situaties waarin wijzigingen 
in de stimulatie kunnen optreden, te vermijden.
Ladingsdichtheid: Een hoog stimulatieniveau kan schade aan hersenweefsel veroorzaken. 
Om binnen de veilige grenswaarden te blijven, geeft DBS-programmeersoftware een melding 
wanneer het stimulatieniveau de geselecteerde veilige grenswaarde overschrijdt, en wordt het 
programmeren van deze instellingen geblokkeerd.
Patiënten kunnen de mogelijkheid krijgen om met de afstandsbediening de hoogte van de 
stimulatie te wijzigen, binnen de door de clinicus aangegeven waarden. De software voorkomt 
bij deze mogelijkheid dat de hoogte de grenswaarde niet overschrijdt.
Connector DBS-verlengkabel: Als de connector van de DBS-leadverlengkabel in het 
zachte weefsel van de nek wordt geïmplanteerd, verhoogt dat de kans dat de DBS-lead breekt. 
Boston Scientific adviseert om de connector van de DBS-leadverlengkabel achter het oor te 
plaatsen, zodat brillen of andere hulpmiddelen op het hoofd het geïmplanteerde DBS-systeem 
niet in de weg zitten.
Diathermie: Kortegolf, microgolf en/of therapeutisch ultrasone diathermie mag niet worden 
toegepast op patiënten bij wie het Boston Scientific DBS-systeem of een van de onderdelen 
daarvan geïmplanteerd is. Door het toepassen van diathermie kan de stimulator worden 
beschadigd, ongeacht of deze is in- of uitgeschakeld. De bij diathermie gegenereerde energie 
kan worden overgedragen via het Boston Scientific DBS-systeem, hetgeen kan leiden tot 
weefselbeschadiging op de plaats van de lead en ernstig letsel of overlijden tot gevolg kan hebben.
Elektromagnetische interferentie: Sterke elektromagnetische velden kunnen stimulatie 
uitschakelen, wat tot tijdelijk onvoorspelbare stimulatiewaarden leidt, of de communicatie met 
de afstandsbediening verstoren. Als een elektromagnetisch veld sterk genoeg is om de stimulatie 
uit te schakelen, is dit tijdelijk en wordt de stimulatie mogelijk automatisch hervat zodra het 
elektromagnetisch veld wegvalt. Patiënten moeten worden voorgelicht om het volgende te 
vermijden of hier voorzichtig mee om te gaan:
Diefstaldetectoren, tagdeactivators en RFID-hulpmiddelen, zoals gebruikt bij winkels, 
bibliotheken en andere openbare instellingen. Als patiënten toch door de apparatuur 
moeten gaan, dienen zij de stimulator uit te schakelen en voorzichtig, maar zo snel 
mogelijk door het midden van het beveiligingsapparaat te gaan. Interferentie van dergelijke 
installaties zou geen schade moeten veroorzaken aan het geïmplanteerde hulpmiddel.
Beveiligingspoortjes, zoals op luchthavens of in overheidsgebouwen, evenals 
handscanners. Het is raadzaam voor patiënten om assistentie te vragen om 
beveiligingspoortjes te vermijden en het beveiligingspersoneel te laten weten dat 
ze een geïmplanteerd medisch hulpmiddel hebben. Als patiënten toch door een 
beveiligingspoortje moeten gaan, moeten ze vlot door het beveiligingspoortje
lopen en verder zo ver uit de buurt van het poortje blijven als is toegestaan. 
Interferentie van dergelijke installaties zou geen schade moeten veroorzaken aan 
het geïmplanteerde hulpmiddel.
Informatie voor voorschrijvers
92691903-02
106 van 755

Advertenties

loading