Sequenti ¨ ele modus
Alleen beschikbaar wanneer Geavanceerde opties weergeven (zie 13.11) is geselecteerd. Als u dit vakje
activeert, wordt de modbus-client gedwongen op een antwoord te wachten voordat het vol-
gende verzoek wordt verzonden. Deze modus is nodig voor sommige veldbuseenheden. Deze
optie aanzetten kan helpen wanneer er meerdere signalen zijn. Een grotere verzoekfrequentie
zorgt ervoor dat het signaal wordt afgesloten. Houd er rekening mee dat de werkelijke sig-
naalfrequentie lager kan zijn dan werd verzocht wanneer in de sequenti¨ e le modus meerdere
signalen zijn gedefinieerd. De werkelijke signaalfrequentie vindt u onder signaalstatistieken
(zie onderdeel 13.11). De signaalindicatie wordt geel als de werkelijke signaalfrequentie min-
der dan de helft van de in het afrolmenu "Frequentie" geselecteerde waarde ligt.
Signaal toevoegen
Druk op deze knop om een signaal toe te voegen aan de corresponderende MODBUS-eenheid.
Signaal verwijderen
Druk op deze knop om een signaal van de corresponderende MODBUS-eenheid te verwijderen.
Signaaltype instellen
Kies het signaaltype met dit vervolgkeuzemenu. Beschikbare typen zijn:
Digitale ingang: Een digitale ingang (spoel) is een ´ e ´ e n-bits eenheid die van de MODBUS-eenheid
wordt afgelezen op de spoel gespecificeerd in het adresveld van het signaal. Functiecode
0x02 (discrete ingangen lezen) wordt gebruikt.
Digitale uitgang: Een digitale uitgang (spoel) is een ´ e ´ e n-bits hoeveelheid die te hoog of te laag
ingesteld kan worden. De waarde kan van de externe MODBUS-eenheid worden afgele-
zen totdat de waarde van de uitgang door de gebruiker is ingesteld. Dit betekent dat de
functiecode 0x01 (spoelen lezen) wordt gebruikt. Als de uitgang is ingesteld door een ro-
botprogramma of door op de knop signaalwaarde instellen te drukken, wordt vanaf dan
de functiecode 0x05 (Enkele spoel schrijven) gebruikt.
Registeringang: Een registeringang is een 16-bits eenheid die van het adres kan worden afgele-
zen dat is gespecificeerd in het adresveld. De functiecode 0x04 (registeringangen lezen)
wordt gebruikt.
Registeruitgang: Een registeruitgang is een 16-bits eenheid die door de gebruiker kan worden
ingesteld. Voordat de waarde van het register is ingesteld, wordt deze waarde afgelezen
van de externe MODBUS-eenheid. Dit betekent dat de functiecode 0x03 (registeringangen
lezen) wordt gebruikt. Als de uitgang is ingesteld door een robotprogramma of door het
specificeren van een signaalwaarde in het veld signaalwaarde instellen , wordt de func-
tiecode 0x06 (Enkel register schrijven) gebruikt voor het instellen van de waarde op de
externe MODBUS-eenheid.
Signaaladres instellen
Dit veld bevat het adres op de externe MODBUS-server. Gebruik het toetsenblok op het scherm
om een ander adres te kiezen. Geldige adressen verschillen per fabrikant en configuratie van de
externe MODBUS-eenheid.
CB3
13.11 Installatie
I/O-instellingen MODBUS-client
II-50
Versie 3.6.0