Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Initialiseren Van De Robotarm - Universal Robots UR10 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor UR10:
Inhoudsopgave

Advertenties

u de geladen installatie aanpassen met behulp van de knoppen naast de 3D-weergave in het
onderste deel van het scherm.
Voordat u de robotarm start, is het heel belangrijk dat u controleert of de actieve belasting en de
actieve installatie overeenkomt met de daadwerkelijke conditie van de robotarm.

Initialiseren van de robotarm

De grote knop met het groene pictogram is voor het uitvoeren van de daadwerkelijke initialisa-
tie van de robotarm. De tekst die erop staat, en de actie die hij uitvoert, wijzigt afhankelijk van
de huidige status van de robotarm.
• Nadat de controller-computer is opgestart, moet u een keer op de knop tikken om de ro-
botarm in te schakelen. De status van de robotarm verandert dan in Aan en vervolgens
naar Stationair. Let erop dat wanneer er een noodstop is, de robotarm niet ingeschakeld
kan worden, dus wordt de knop uitgeschakeld.
• Als de status van de robotarm Stationair is, moet u nog een keer op de knop tikken op
de robotarm te starten. Op dit punt worden sensorgegevens gecontroleerd aan de hand
van de geconfigureerde montage van de robotarm. Als er een fout gevonden wordt (met
een tolerantie van 30 ), wordt de knop uitgeschakeld en wordt daaronder een foutmelding
weergegeven.
Als de montageverificatie succesvol is, kunt u door op de knop te tikken als gewrichtsrem-
men loslaten en is de robotarm gereed voor normaal gebruik. Let erop dat de robot een
geluid maakt en een beetje beweegt als de remmen losgelaten worden.
• Als de robotarm een van de veiligheidsgrenzen overtreedt na opstarten, werkt hij in een
speciale Herstelmodus. In deze modus schakelt u door op de knop te tikken naar een her-
stelbeweegscherm waar de robotarm terug bewogen kan worden binnen de veiligheids-
grenzen.
• Als er een fout optreedt, kan de regelkast opnieuw gestart worden met de knop.
• Als de regelkast niet draait, tikt u op de knop om hem te starten.
Ten slotte kunt u met de kleinere knop met het rode pictogram de robotarm uitschakelen.
CB3
GEVAAR:
Controleer altijd of de daadwerkelijke belasting en installatie cor-
rect zijn voordat u de robotarm opstart. Als deze instellingen fou-
tief zijn, werken de robotarm en regelkast niet correct en kan het
gevaarlijk worden voor mensen of apparaat in de buurt van de
robotarm.
VOORZORGSMAATREGEL:
U moet heel voorzichtig zijn als de robotarm een obstakel of tafel
raakt, omdat als de robotarm in een obstakel boort, dit schade kan
toebrengen aan een tandwielkast van een gewricht.
II-30
11.5 Initialisatiescherm
Versie 3.6.0

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cb3

Inhoudsopgave