De toets ENTER wordt gebruikt om een getal of een functie in het
beeldscherm of het stapelgeheugenin te voeren en.
De toets ON wordt gebruikt om de rekenmachine aan te zetten.
Andere toetsfuncties
De groene Shift-links toets, toets (8,1), de rode Shift-rechts toets, toets (9,1) en
g
g
groene
de blauwe ALPHA-toets, toets (7,1), kunnen worden gecombineerd met enkele
blauwe
van de andere toetsen om de andere functies weergegeven op het toetsenbord
te activeren. Zo heeft bijvoorbeeld de toets P, toets (4,4), de volgende zes
functies:
De hoofdfunctie om het menu SYMBolic te activeren
P
De functie Shift-links om het menu MTH (Math) te activeren.
„´
De functie Shift-rechts om de functie CATalog te activeren.
... N
De functie ALPHA om de hoofdletter P in te voeren
~p
De functie ALPHA Shift-links om de kleine letter p in te voeren
~„p
De functie ALPHA-Shift-rechts om het symbool P in te voeren
~...p
Van de zes functies die bij de toets horen, worden alleen de eerste vier
weergegeven op het toetsenbord zelf. De toets ziet er als volgt op het
toetsenbord uit.
U ziet dat de kleur en de positie van de labels op de toets, namelijk SYMB,
MTH,
CAT
en P, aanduiden wat de hoofdfunctie (SYMB) is en welke van de
andere drie functies gevormd wordt met de Shift-links „(MTH), Shift-rechts
(CAT
) en ~ (P) toetsen.
...
Diagrammen die de functie of het teken tonen na het combineren van de
rekenmachinetoetsen met de Shift-links „, Shift-rechts ..., ALPHA ~,
ALPHA-links Shift ~„en ALPHA-rechts Shift ~..., worden hierna
getoond. In deze diagrammen wordt het teken of de functie voor elke
toetsencombinatie op een witte achtergrond weergegeven. Als de Shift-links,
Shift-rechts of ALPHA-toetsen worden geactiveerd, worden deze tegen een
rode S
Blz. B-4