Druk, wanneer u klaar bent, op $ om terug te keren naar de MES-omgeving.
Druk op J om de MES-omgeving te verlaten en terug te keren naar het
gewone beeldscherm van de rekenmachine.
Organisatie van de variabelen in de subdirectory
Het variabelenmenu bevat nu de variabelen (druk op L om de tweede set
variabelen te zien):
De variabelen corresponderen met alle variabelen in de vergelijkingen die in
EQ werden aangemaakt. Er is ook een nieuwe variabele Mpar (MES-
parameters) die informatie bevat over de instelling van de MES en in het
bijzonder voor deze set van vergelijkingen. Bij gebruik van ‚@Mpar om de
inhoud van de variabele Mpar te bekijken, krijgt u het raadselachtige bericht:
. Dit betekent dat de MES-parameters zijn gecodeerd in een binair
Library Data
bestand dat niet kan worden geopend vanuit de editor.
Daarna willen we de variabelen in de menulabels plaatsen in een andere
rangorde dan die van de bovengaande lijst. Voer de volgende stappen uit.
1. Maak een lijst aan met { EQ Mpar LVARI TITLE }, met
„ä @@@EQ@@@ @Mpar! !@LVARI @@TITLE `
2. Plaats de inhoud van LVARI in het stapelgeheugen met @LVARI.
3. Voeg de twee lijsten samen door op + te drukken.
Gebruik de functie ORDER (gebruik de commandocataloog ‚N) om de
variabelen te ordenen zoals getoond in de lijst in het stapelgeheugen op niveau
1.
5/ Druk op J om uw variabelenlijst te herstellen. De lijst moet er nu als
volgt uitzien:
Blz. 7-16