Interactief tekenen
Als we een tweedimensionale grafiek maken, krijgen we in het grafiekscherm
de softmenutoets @) E DIT. Als u ediT drukt, verschijnt een menu met de volgende
opties (druk op L voor extra functies):
Met de bovenstaande voorbeelden kunt u de functies LABEL, MENU, PICT
REPL proberen. Veel van de overgebleven functies, zoals DOT+, DOT-, LINE,
BOX, CIRCL, MARK, DEL, enz., kunnen worden gebruikt om punten, lijnen,
cirkels, enz. in het grafiekscherm te tekenen, zoals we hierna zullen uitleggen.
Probeer de volgende oefening om te zien hoe deze functies werken:
We krijgen een grafiekscherm te zien na het opvolgen van de volgende
procedure:
•
Druk op „ô, tegelijkertijd indrukken in de RPN-modus, om naar
het scherm PLOT SETUP te gaan.
•
Verander
•
Wijzig EQ in 'X'
•
Zorg dat Indep: ook is ingesteld op 'X'
•
Druk op L@@@OK@@@ om naar het normale beeldscherm van de
rekenmachine terug te keren.
•
Druk op „ò, tegelijkertijd indrukken in de RPN-modus, om in het
venster PLOT te komen (in dit geval wordt het venster PLOT –POLAR
genoemd).
•
Wijzig het bereik van H-VIEW in –10 tot 10, met 10\@@@OK@@@
10@@@OK@@@, en het bereik van V-VIEW in -5 tot 5 met 5\@@@OK@@@
5@@@OK@@@.
•
Druk op @ERASE @DRAW om de functie te plotten.
zo nodig in
TYPE
Function
en
Blz. 12-46