eerdere oefening voor het aanmaken van de variabele A, toonden wij u hoe
het menu FILES gebruikt kan worden om de inhoud van een variabele zichtbaar
te maken. In deze paragraaf wordt een eenvoudige manier getoond om de
inhoud van een variabele te bekijken.
Door op het label van de softmenutoets voor de variabele te drukken
Deze werkwijze toont de inhoud van een variabele zolang de variabele een
numerieke of een algebraïsche waarde heeft of een array bevat. Druk op de
volgende toetsen om de inhoud van de variabelen te zien uit de bovenstaande
lijst:
Algebraïsche modus
Voer deze toetsencombinatie in: J@@z1@@ ` @@@R@@ `@@@Q@@@ `. Nu het
beeldscherm er als volgt uit:
Voer vervolgens deze toetsencombinatie in: @@A12@ ` @@@»@@ ` L @@@A@@@ `.
Nu ziet het beeldscherm er als volgt uit:
Wanneer u op de softmenutoets behorende bij p1 drukt, verschijnt er een
foutmelding (probeer L @@@p1@@ `):
Opmerking: door op @@@p1@@ ` te drukken, probeert u het p1 programma te
activeren. Dit programma verwacht echter een numerieke invoer. Probeer de
volgende oefening: $@@@p1@ „Ü5`. Het resultaat is:
Blz. 2-54