U ziet dat de rechterzijden van beide vergelijkingen alleen verschillen in het
teken tussen de twee termen. Daarom wordt aangeraden om bij het in deze
rekenmachine schrijven van vergelijkingen de eerste term in te voeren en op te
slaan in een variabele T1, daarna de tweede term in te voeren en op te slaan
in T2. Om de vergelijkingen later opnieuw te schrijven zal het alleen nodig zijn
om in het stapelgeheugen de inhoud van T1 en T2 op te roepen en ze op te
tellen en af te trekken. Hierna volgt de procedure met de vergelijkingenschrijver:
Term T1 invoeren en opslaan:
Term T2 invoeren en opslaan:
U ziet dat we in dit voorbeeld de RPN-modus gebruiken. De procedure zou in
de ALG-modus hetzelfde moeten zijn. Maak de vergelijking voor
J@@@T1@@@ @@T2#@@ + ~‚s ~‚t ` ™ ‚Å
Maak de vergelijking voor
` ™ ‚Å
Maak een vector met de twee vergelijkingen, gebruik functie
deze functie in de commandocatalogus ‚N) na het invoeren van een
2:
2
a
⋅
P
−
σ
=
i
θθ
2
b
−
2
a
⋅
P
−
σ
=
i
rr
2
b
−
σ
: J@@@T1@@@ @@T2#@@ - ~‚s ~„r
rr
2
2
b
⋅
P
a
⋅
b
o
+
2
2
a
r
⋅
2
2
2
b
⋅
P
a
⋅
b
o
−
2
2
a
r
⋅
2
⋅
(
P
−
P
)
i
o
,
2
2
(
b
−
a
)
⋅
(
P
−
P
)
i
o
.
2
2
(
b
−
a
)
ARRY (zoek
σ
:
θθ
Blz. 7-3