Het programma heeft de volgende structuur: << → r ' π *r^2' >>
De symbolen « » duiden op een programma in de User RPL-taal. De lettertekens
→ r geven aan dat er een invoer, gelezen als r, aan het programma gegeven
moet worden. Het programma moet die waarde van r nemen en de
algebraïsche ' π *r^2' evalueren. In het bovenstaande voorbeeld nam r de
2
waarde van 5 en daarom wordt de waarde van π r
= π⋅ 25 geretourneerd. Dit
programma berekent dus de oppervlakte van een cirkel met de gegeven radius
r .
RPN-modus
In de RPN-modus moet u alleen maar op het betreffende label van de
softmenutoets label drukken om de inhoud van een numerieke of algebraïsche
variabele te krijgen. Voor de betreffende oefening kunt u proberen de
hierboven aangemaakte variabelen z1, R, Q, A12, α en A te bekijkenmet:
J@@z1@@ @@@R@@ @@@Q@@ @@A12@@
Nu ziet het beeldscherm er als volgt uit:
Gebruik: L @@@A@@@ om de inhoud van A te bekijken.
Gebruik: L5 @@@p1@@@ om het programma p1 met r = 5 te activeren.
U ziet dat om het programma in de RPN-modus te activeren u alleen de invoer
(5) dient in te voeren en op de desbetreffende softmenutoets moet drukken. In
de algebraïsche modus moet u haakjes plaatsen om het argument in te voeren.
Blz. 2-55