getal gebruikt als argument
NUM:
Geeft de code voor het eerste karakter in een string
Voorbeelden van de toepassing van deze functies voor strings worden hierna
weergegeven:
Samenvoegen van strings
Strings kunnen worden samengevoegd met het plusteken +, bijvoorbeeld:
Het samenvoegen van strings is een praktische manier om uitvoer te genereren
in programma's. Door bijvoorbeeld het samenvoegen van "YOU ARE " AGE +
"YEAR OLD" wordt de string "YOU ARE 25 YEAR OLD" aangemaakt, waarbij
25 wordt opgeslagen in de variabele AGE.
Het menu CHARS
Het submenu CHARS is bereikbaar via het menu PRG (programmeren, d.w.z.
„°.
De functies voorzien in het submenu CHARS zijn de volgende:
Blz. 23-2