Download Print deze pagina

HP 50g Gebruikershandleiding pagina 399

Verberg thumbnails Zie ook voor 50g:

Advertenties

Opmerking : Er verschijnen twee nieuwe variabelen in de labels van de
softmenutoets, namelijk EQ en Y1. Druk op ‚@@@EQ@@ om de inhoud van
EQ te bekijken. De inhoud van EQ is alleen de functienaam 'Y1(X)'. De
variabele EQ wordt door de rekenmachine gebruikt om de vergelijking(en)
op te slaan en er een grafiek van te maken.
Druk op ‚@@@Y1@@ om de inhoud van Y1 te bekijken. De functie Y1(X)
wordt gedefinieerd als het programma:
Druk twee keer op ƒ om de inhoud uit het stapelgeheugen te verwij-
deren.
Ga naar de PLOT WINDOW-omgeving door op „ò te drukken
(druk deze tegelijkertijd in als u in de RPN-modus staat). Gebruik een
bereik van –4 tot 4 voor de H-VIEW en druk dan op @AUTO om
automatisch de V-VIEW te genereren. Het beeldscherm PLOT
WINDOW ziet er als volgt uit:
Om de grafiek te plotten: @ERASE @DRAW (wacht tot de rekenmachine
klaar is met de grafieken)
Om labels te zien: @EDIT L @LABEL @MENU
Om terug te keren naar het eerste grafiekmenu: LL@) P ICT
Om de curve te traceren: @TRACE @@X,Y@@ . Gebruik dan de pijltjes links en
rechts (š™) om door de grafiek te bewegen. De coördinaten van
de punten die u traceert, worden onder in het scherm getoond.
Controleer of x = 1.05 , y = 0.231. Controleer ook of x = -1.48 , y =
0.134. Hier ziet u de afbeelding van de grafiek in de traceermodus
X 'EXP(-X^2/2)/ √(2*π)' >>.
<<
Blz. 12-4

Advertenties

loading