Druk twee keer op @@OK@@ om terug te keren naar het stapelgeheugen.
Complexe getallen invoeren
Complexe getallen kunnen in de rekenmachine op een van de twee Cartesische
weergaven worden ingevoerd, namelijk x+iy of (x,y). De resultaten in de
rekenmachine worden weergegeven in de vorm van gerangschikte paren, dus
(x,y). Als de rekenmachine bijvoorbeeld in de ALG-modus staat, wordt het
complex getal (3.5,-1.2),ingevoerd als:
„Ü3.5‚í\1.2`
Een complex getal kan ook ingevoerd worden in de vorm x+iy. In de ALG-
modus wordt 3.5-1.2i ingevoerd als:
Na het invoeren van deze complexe getallen verschijnt het volgende
beeldscherm:
In de RPN-modus worden deze getallen ingevoerd met de volgende
toetsaanslagen:
„Ü3.5‚í1.2\`
(U ziet dat het wijzigingsteken wordt ingevoerd nadat het getal 1.2 ingevoerd
is. Dit is dus de tegenovergestelde volgorde als in de oefening in de ALG-
modus).
Het resulterende RPN-beeldscherm is nu als volgt:
U ziet dat de laatste invoer een complex getal in de vorm x+iy weergeeft,
omdat het getal tussen afzonderlijke aanhalings- tekens ingevoerd is, welke een
algebra- Ôsche uitdrukking voorstellen. Gebruik de toets EVAL (μ) om dit
getal te evalueren.
3.5 -1.2*„¥`
Blz. 4-2