Een tweede voorbeeld van de functie SIGNTAB ziet u hieronder:
Hier is de functie negatief voor X<-1 en positief voor X> -1.
De functie TABVAR
Deze functie is toegankelijk via de commandocatalogus of via het submenu
GRAPH in het menu CALC. Als invoer gebruikt deze functie de functie f(VX),
waarbij VX de standaard CAS-variabele is. In de RPN-modus geeft de functie
het volgende:
•
Niveau 3: de functie f(VX)
•
Twee reeksen waarvan de eerste de variatie van de functie met
betrekking op de onafhankelijke variabele aangeeft (d.w.z. waar de
functie toe- en afneemt) en de tweede de variatie van de functie met
betrekking tot de afhankelijke variabele.
•
Een grafisch object dat laat zien hoe de variatietabel is berekend.
Voorbeeld: analyseer de functie Y = X
Gebruik de volgende toetsencombinaties in de RPN-modus:
'X^3-4*X^2-11*X+30' `‚N ~t (selecteer TABVAR) @@OK@@
Dit is wat de rekenmachine laat zien in stapelgeheugenniveau 1:
Dit is een grafisch object. Druk op ˜ om het volledige resultaat te zien. De
variatietabel van de functie wordt als volgt getoond:
3
2
-4X
-11X+30 met de functie TABVAR.
Blz. 13-11