De rekenmachine geeft een integraal die niet numeriek kan worden
geëvalueerd, omdat deze afhankelijk is van de parameter n. De coëfficiënt kan
toch worden berekend door de definitie in de rekenmachine in te voeren, d.w.z.
⎛
1
1
∫
⋅
⋅
⎜
X
EXP
⎝
0
2
waarbij T = 2 de periode is. De waarde van T kan worden opgeslagen met:
Als we de eerste integraal hierboven in de vergelijkingenschrijver invoeren,
wordt de hele uitdrukking geselecteerd. Met @EVAL@ krijgen we dan het
volgende:
inπ
Haal de e
= cos(nπ) + i⋅sin(nπ) = (-1)
uitvoeren in de uitkomst hierboven hebben we:
⋅
⋅
⋅
⋅ π
i
2
n
X
−
T
⎞
⋅ ⎟
+
dX
⎠
1
2
∫
⋅
−
2 (
X
)
1
2
n
terug. Als we deze vervanging
⋅
⋅
⎛
i
2
n
⋅
−
⎜
EXP
⎝
⋅
⋅ π
⎞
X
⋅ ⎟
dX
⎠
T
Blz. 16-35