Download Print deze pagina

HP 50g Gebruikershandleiding pagina 65

Verberg thumbnails Zie ook voor 50g:

Advertenties

De stappen worden nu in detail besporken: Evalueer de uitdrukking eerst met
de functie EVAL. De resulterende uitdrukking is halfsymbolisch in de zin dat het
resultaat drijvende punten bevat, evenals een √ 3. Vervolgens moet u terugkeren
naar de stapelgeheugenlokaties en de uitdrukking evalueren met de functie
NUM.
...ï
Dit laatste resultaat is zuiver numeriek, zodat de twee resultaten in het
stapelgeheugen, alhoewel zij dezelfde uitdrukking voorstellen, verschillend
lijken. Om te verifiëren dat dit niet zo is, trekt u de twee waarden af en
evalueert dit verschil door middel van de functie EVAL:
-
μ
Het resultaat is nul (0).
Opmerking: vermijd het door elkaar gebruiken van de reële en hele getal-
gegevens teneinde conflicten in de berekeningen te voorkomen. Voor vele toe-
passingen in de fysica en techniek, waaronder de numerieke oplossing van
vergelijking, statistische toepassingen, enz. werkt de modus APPROX (zie
bijlage C) beter. Voor wiskundige toepassingen, bijvoorbeeld calculus, vec-
toranalyse, algebra, enz. wordt de modus EXACT verkozen. Raak bekend met
de bewerkingen in beide modi en leer hoe u van de ene naar de andere
modus kunt omschakelen naar gelang de bewerking (zie bijlage C).
Het bewerken van aritmetische uitdrukkingen
Stel dat u de volgende uitdrukking tussen haakjes ingevoerd heeft, met de
rekenmachine op de RPN-modus en het CAS ingesteld op EXACT:
Wisselt stapelgeheugenniveau's 1 en 2 (het commando
SWAP)
Evalueert met de functie
Trekt niveau 1 van niveau 2 af
Evalueert met de functie EVAL
NUM
Blz. 2-6

Advertenties

loading