Function: voor vergelijkingen in de vorm y = f(x) in Cartesische coördinaten
voor oppervlakken
Polar: voor vergelijkingen in de vorm van r = f(θ) in polaire coördinaten in het
oppervlak
Parametric: voor grafiekvergelijkingen in de vorm x = x(t), y = y(t) in het
oppervlak
Diff Eq: voor het plotten van de numerieke oplossing van een lineaire
differentiaalvergelijking
Conic:voor het plotten van conische vergelijkingen (cirkels, ellipsen,
hyperbolen, parabolen)
Truth: voor het plotten van ongelijkheden in het oppervlak
Histogram: voor het plotten van frequentiekolomdiagrammen
(statistiektoepassingen)
Bar: voor het plotten van eenvoudige staafdiagrammen
Scatter: voor het plotten van puntgrafieken van discrete gegevensverzamelingen
(statistiektoepassingen)
Slopefield: voor het plotten van de lijnen voor de richtingscoëffiënten van een
functie f(x,y) = 0.
Fast3D: voor het plotten van gebogen oppervlakken in de ruimte
Wireframe: voor het plotten van gebogen oppervlakken met ijzerdraadroosters
Ps-Contour: voor het plotten van profielgrafieken van oppervlakken
Y- Slice: voor grafieken van een doorsnede van een functie f(x,y).
Gridmap: voor het plotten van reële en denkbeeldige deeltjes van een
complexe functie
Pr-Surface: voor parametrische oppervlakken met x = x(u,v), y = y(u,v), z =
z(u,v).
Een uitdrukking in de vorm y = f(x) plotten
In dit deel laten we een voorbeeld zien van een diagram van een functie in de
vorm y = f(x). Om verder te gaan met het diagram moet u eerst de variabele x
wissen als deze in de huidige directory is gedefinieerd (x wordt de
onafhankelijke variabele in de functie PLOT van de rekenmachine, het is dus
beter om deze niet vooraf te definiëren). Maak een subdirectory met de naam
'TPLOT' (voor 'test plot' ) of een andere naam aan om de volgende oefening uit
te voeren.
Laten we bijvoorbeeld de volgende functie plotten:
Blz. 12-2