Download Print deze pagina

HP 50g Gebruikershandleiding pagina 136

Verberg thumbnails Zie ook voor 50g:

Advertenties

Basis-10 logarithmen en machten van 10
Logaritmen van basis 10 worden berekend met de toetsencombinatie ‚Ã
(functie LOG), terwijl de inverse functie (ALOG of antilogaritme) wordt berekend
met „Â. In de ALG-modus wordt de functie ingevoerd vóór het argument:
In de RPN-modus wordt het argument vóór de functie ingevoerd.
Het gebruik van machten van 10 bij het invoeren van gegevens
Machten van 10, d.w.z. getallen in de vorm -4.5´10
met de V-toets. Bijvoorbeeld, in de ALG-modus:
Of in de RPN-modus:
Natuurlijke logaritmen en de exponentiële functie
Natuurlijke logaritmen (d.w.z. logaritmen van basis e = 2.7182818282)
worden berekend met de toetsencombinatie ‚¹ (functie LN), terwijl de
inverse functie, de exponentiële functie (functie EXP), wordt berekend met
„¸. In de ALG-modus wordt de functie ingevoerd vóór het argument:
In de RPN-modus wordt het argument vóór de functie ingevoerd.
Trigonometrische functies
Drie trigonometrische functies zijn rechtstreeks beschikbaar via het toetsenbord:
sinus (S), cosinus , (T) en tangent (U). De argumenten van deze functie
zijn hoeken, daarom kunnen ze worden ingevoerd in elk systeem van
hoekmetingen (graden, radialen, rangordeninggraden). Bijvoorbeeld, indien
we de optie DEG selecteren, kunnen we de volgende trigonometrische functies
berekenen:
In de ALG-modus:
‚Ã2.45`
„Â\2.3`
2.45` ‚Ã
2.3\` „Â
\4.5V\2`
4.5\V2\`
‚¹2.45`
„¸\2.3`
2.45` ‚¹
2.3\` „¸
-2
, enz., worden ingevoerd
Blz. 3-6

Advertenties

loading