Eigenschappen van de regeleditor selecteren
Druk eerst op de toets H om het invoervenster REKENMACHINE MODI te
activeren. Druk in het invoervenster REKENMACHINE MODI op de
softmenutoets @@DISP@ om het invoervenster BEELDSCHERM MODI weer te geven.
Druk een keer op de toets pijltje omlaag, ˜, om naar de Edit-regel te gaan.
In deze regel staan drie eigenschappen die kunnen worden aangepast. Als
deze eigenschappen zijn geselecteerd (aangevinkt), worden de volgende
effecten actief:
_Small
_Full page
_Indent
In Hoofdstuk 2 van deze handleiding vindt u aanwijzingen over het gebruik
van de regeleditor.
Eigenschappen van het stapelgeheugen selecteren
Druk eerst op de toets H om het invoervenster REKENMACHINE MODI te
activeren. Druk in het invoervenster REKENMACHINE MODI op de
softmenutoets @@DISP@ om het invoervenster BEELDSCHERM MODI weer te geven.
Druk een keer op de toets pijltje omlaag, ˜, om naar de Edit-regel te gaan.
In deze regel staan drie eigenschappen die kunnen worden aangepast. Als
deze eigenschappen zijn geselecteerd (aangevinkt), worden de volgende
effecten actief:
_Small
_Textbook
Ter illustratie van deze instellingen, zowel in de algebraïsche modus als de
RPN-modus, kunt u de vergelijkingenschrijver gebruiken om de volgende
definitieve integraal in te voeren:
‚O...Á0™„虄¸\x™x`
Het lettertype wordt gewijzigd naar klein
De cursor wordt aan het eind van de regel geplaatst
Automatische inspringing van de cursor bij een
regelterugloop wordt ingevoerd
Het lettertype wordt gewijzigd naar klein. Zo staat er zoveel
mogelijk informatie op het scherm. Let op, deze selectie
overschrijft het lettertype voor de stapelgeheugen-weergave.
De wiskundige uitdrukkingen worden in grafische wiskundige
notatie weergegeven.
Blz. 1-30