Om het getoonde menu of de aanwijzing te
●
›››
openen, drukt u op de toets
wacht u enkele seconden tot het menu of de
aanwijzing automatisch wordt geopend.
Instellingen uitvoeren in de menu's
In het getoonde menu draait u aan het
●
rechter wieltje van het multifunctiestuurwiel
›››
afb. 63
tot de gewenste menu-optie is ge-
markeerd. De optie verschijnt gemarkeerd.
›››
Druk op de toets
afb. 63
●
wenste wijzigingen uit te voeren. Een marke-
ring geeft aan dat de functie of het systeem
in kwestie is geactiveerd.
Terugkeren naar de menuselectie
›››
Druk op de toets
of
afb.
Instrumenten en controlelampjes
Toets voor de bestuurdershulpsys-
afb. 63
of
temen
om de ge-
In de knipperlicht- en grootlichthen-
Afb. 64
del: toets voor de bestuurdershulpsystemen
(naargelang het model).
63.
Linkerzijde van het multifunctiestuur-
Afb. 65
wiel: toets voor de bestuurdershulpsystemen
(naargelang het model).
Met de toets in de knipperlicht- en grootlicht-
hendel kunt u de systemen ter ondersteuning
van de bestuurder die worden weergegeven
in het menu Assistentie activeren en deacti-
veren.
Een bestuurdershulpsysteem in- of uit-
schakelen met de knipperlicht- en groot-
lichthendel
›››
Druk kort op de toets
afb. 64
●
menu Assistentie te openen.
Kies het systeem ter ondersteuning van de
●
bestuurder en activeer of deactiveer dit
›››
pag.
86. Een markering geeft aan dat het
systeem ter ondersteuning van de bestuurder
is geactiveerd.
Bevestig vervolgens de selectie met de
●
toets
van het multifunctiestuurwiel.
Een bestuurdershulpsysteem in- of uit-
schakelen met het multifunctiestuurwiel
›››
Druk op de knop
afb. 65
●
Hulpsystemen te openen.
Kies het hulpsysteem en activeer of deacti-
●
veer het. Een markering geeft aan dat het
systeem ter ondersteuning van de bestuurder
is geactiveerd.
Bevestig vervolgens de selectie met de
●
toets
van het multifunctiestuurwiel.
De bestuurdershulpsystemen kunnen ook
worden in- en uitgeschakeld in het infotain-
mentsysteem, in het menu van de wagenin-
›››
stellingen
pag.
94.
om het
1
om het menu
87