Elektronische parkeerrem uitschakelen
Schakel het contact in.
●
›››
Druk op de toets
●
lijk het rempedaal krachtig in of, wanneer de
motor draait, trap het gaspedaal licht in.
Het controlelampje van de toets
●
200
(pijl) en het rode
het instrumentenpaneel gaan uit.
Elektronische parkeerrem bij starten auto-
matisch uitschakelen
De elektronische parkeerrem wordt automa-
tisch uitgeschakeld wanneer u begint te rij-
den indien bij gesloten bestuurdersportier en
vastgegespte veiligheidsgordel van de be-
stuurder een van de volgende situaties zich
voordoet:
In wagens met automatische versnellings-
●
bak: er wordt een rijstand ingeschakeld of
een andere gekozen, en het gaspedaal wordt
licht ingetrapt.
In wagens met schakelbak: het koppelings-
●
pedaal wordt helemaal ingetrapt voor het
wegrijden en het gaspedaal wordt licht inge-
trapt.
Om bepaalde manoeuvres makkelijker te
●
kunnen uitvoeren, zijn er uitzonderingen die
het automatisch uitschakelen van de par-
keerrem toelaten zonder dat de veiligheids-
gordel van de bestuurder is vastgegespt.
290
U kunt vermijden dat de parkeerrem automa-
tisch wordt uitgeschakeld door de toets
›››
afb. 200
afb.
200. Trap tege-
trekken wanneer u begint te rijden.
De elektronische parkeerrem wordt niet uit-
geschakeld zolang u de toets
›››
afb.
Op die manier kunt u makkelijker wegrijden
controlelampje van
wanneer u een aanzienlijk gewicht sleept
›››
pag.
Elektronische parkeerrem automatisch in-
schakelen wanneer u de wagen op ver-
keerde wijze verlaat
In wagens met automatische versnellingsbak
wordt de elektronische parkeerrem automa-
tisch ingeschakeld wanneer u de wagen op
verkeerde wijze verlaat indien:
De keuzehendel zich in stand D/S of R be-
●
vindt of in tiptronic-schakelweg.
EN: de wagen stilstaat.
●
EN: het bestuurdersportier geopend is.
●
Noodremfunctie
Gebruik de noodstopfunctie enkel indien u de
wagen niet tot stilstand kunt brengen met het
rempedaal
Trek aan de toets
●
hem in deze stand om de wagen krachtig te
remmen. Tegelijkertijd klinkt er een waarschu-
wingssignaal.
Rijden
ononderbroken naar boven te
niet loslaat.
322.
›››
.
›››
afb. 200
en houd
U kunt het remmen onderbreken door de
●
toets
los te laten of te accelereren.
ATTENTIE
Indien de elektronische parkeerrem op ver-
keerde wijze wordt gebruikt, kunnen onge-
vallen en ernstige letsels het gevolg zijn.
Gebruik de elektronische parkeerrem
●
nooit om de wagen te remmen, tenzij het
om een noodgeval gaat. De remafstand
kan aanzienlijk groter zijn, aangezien in be-
paalde omstandigheden enkel de achter-
wielen worden geremd. Gebruik altijd het
rempedaal.
Geef nooit gas vanuit de motorruimte
●
wanneer een rijstand is gekozen of versnel-
ling is ingeschakeld en de motor draait. De
wagen kan zich verplaatsen zelfs als de
elektronische parkeerrem ingeschakeld is.
Bij in- of uitschakeling van de elektroni-
●
sche parkeerrem wordt het rempedaal licht
verplaatst. Let erop dat u uw voet niet on-
der het pedaal plaatst.
VOORZICHTIG
Om te vermijden dat de wagen onbedoeld
beweegt bij het parkeren, schakelt u eerst
de elektronische parkeerrem in en daarna
haalt u uw voet van het rempedaal.