Let op
Sommige van de hier getoonde instru-
●
menten of knoppen horen alleen bij be-
paalde type-uitvoeringen of zijn optioneel.
Bij wagens met rechts stuur wijkt de rang-
●
schikking van de bedieningselementen ge-
›››
deeltelijk van de in
pag. 66
ven rangschikking af. De symbolen die de
bedieningselementen markeren, zijn echter
gelijk.
68
Instrumenten en controle-
lampjes
Instrumentenpaneel
weergege-
Inleiding tot thema
Nadat u de motor hebt gestart met volledig
lege of recent vervangen accu van 12 volt,
kunnen een aantal instellingen van het sys-
teem (zoals de tijd, datum, gepersonaliseerde
comfortinstellingen en programmeringen)
slecht afgesteld of gewist zijn. Controleer en
corrigeer die instellingen nadat de accu vol-
doende is opgeladen.
ATTENTIE
Iedere afleiding kan tot een ongeval leiden
met het daaraan verbonden risico van ver-
wondingen.
De knoppen e.d. van het instrumentenpa-
●
neel niet tijdens het rijden bedienen.
Om het risico op het veroorzaken van on-
●
gevallen of letsels te beperken, mogen de
aanwijzingen op het scherm van het instru-
mentenpaneel en het scherm van het info-
tainmentsysteem enkel worden afgesteld
bij stilstaande wagen.
Bedienen