Voor wagens zonder licht- en regensensor.
Contact uitschakelen.
●
Schakel het grootlichtsignaal ca. 1 seconde
●
in.
De "Coming home"-verlichting wordt inge-
schakeld bij het openen van het bestuurder-
sportier. De uitschakeltijd voor de koplampen
begint te tellen wanneer het laatste portier of
de achterklep van de wagen wordt gesloten.
De "Coming Home"-verlichting gaat uit in
onderstaande gevallen:
Automatisch na beëindiging van de inscha-
●
keltijd van de koplampen.
Automatisch, wanneer 30 seconden na het
●
inschakelen van het contact nog een portier
of de achterklep geopend is.
Bij het draaien van de lichtschakelaar in
●
›››
stand
pag.
121.
Bij het inschakelen van het contact.
●
De functie "Leaving Home" inschakelen
Ontgrendel de wagen met de afstandsbe-
●
diening.
De functie "Leaving Home" wordt enkel in-
●
geschakeld wanneer de lichtschakelaar in
1)
Geldig voor wagens met licht- en regensensor
en full LED-koplampen.
126
Bedienen
stand
staat en de lichtsensor herkent dat
het donker is.
De "Leaving Home"-verlichting gaat uit in
onderstaande gevallen:
Automatisch na het beëindigen van de in-
●
schakeltijd van de "Leaving Home" (stan-
daard 30 s).
Bij het vergrendelen van de wagen met de
●
afstandsbediening.
Bij het draaien van de lichtschakelaar in
●
stand
.
Bij het inschakelen van het contact.
●
1)
Instapverlichting
De instapverlichting is een lichtsysteem in de
buitenspiegels dat op de grond gericht is en
wordt in- of uitgeschakeld indien de licht-
schakelaar zich in stand
bevindt of de
functie "Coming Home" / "Leaving Home"
wordt in- of uitgeschakeld.
Let op
Om de "Coming Home"- en "Leaving Ho-
me"-functie te kunnen activeren, moet de
lichtschakelaar in de stand
lichtsensor detecteren dat het donker is.
Alarmlichten
Dashboard: schakelaar voor alarm-
Afb. 96
lichten.
De alarmlichten dienen om in gevaarlijke situ-
aties andere verkeersdeelnemers op uw wa-
gen attent te maken.
Als de wagen dienst weigert:
1. Uw wagen op een veilige afstand tot het
rijdend verkeer zetten.
2. Druk op de knop om de alarmlichten in te
›››
schakelen
3. Motor afzetten.
4. Elektronische parkeerrem inschakelen.
staan en de
5. Bij wagens met handgeschakelde versnel-
lingsbak de 1e versnelling inschakelen of
.