– 1 km/u (1 mpu)
+ 10 km/u (5 mpu)
– 10 km/u (5 mpu)
De regeling onderbreken
Druk op toets
.
●
De snelheid wordt opgeslagen.
De regeling hervatten
Druk op de toets
.
●
De begrenzer wordt opnieuw automatisch
geactiveerd zodra u langzamer rijdt dan de
opgeslagen snelheid.
Uitschakelen
Druk langdurig op de toets
●
De snelheidsbegrenzer wordt uitgeschakeld
en de snelheid wordt gewist.
Wisselen naar het snelheidsregelsysteem
(SRS) of de automatische afstandsrege-
ling (ACC)
Druk op toets
.
●
Selecteer het gewenste systeem op het
●
display van het instrumentenpaneel.
De snelheidsbegrenzer wordt uitgeschakeld.
264
Oplossing van problemen
De snelheidsbegrenzer is niet be-
schikbaar
Het controlelampje gaat geel branden.
Functiestoring. Schakel de snelheidsbe-
●
grenzer uit en ga naar een gespecialiseerde
werkplaats.
De regeling wordt automatisch onderbro-
ken
U hebt het elektronisch stabiliseringspro-
●
gramma (ESC) uitgeschakeld.
De remmen zijn oververhit. Wacht tot de
●
remmen afgekoeld zijn en controleer de
werking opnieuw.
.
Indien de storing zich blijft voordoen, ga
●
dan naar een gespecialiseerde werkplaats.
Om veiligheidsredenen wordt de snelheids-
begrenzer enkel volledig uitgeschakeld wan-
neer de bestuurder op een bepaald moment
het gaspedaal niet langer intrapt of het sys-
teem handmatig uitschakelt.
De regeling kan niet gestart worden
Het geselecteerde rijprofiel staat niet toe
●
dat de regeling begint. Selecteer een ander
profiel en herhaal de procedure.
Rijden
Noodremhulpsysteem (Front
Assist)
Het doel van het systeem is om frontale bot-
singen tegen bepaalde voorwerpen die in het
traject van de auto liggen te helpen vermij-
den, of de gevolgen ervan te minimaliseren.
Het systeem grijpt trapsgewijs in afhankelijk
van diverse factoren en hoe kritiek de situatie
is. Het waarschuwt eerst de bestuurder; in-
dien die niet of te weinig reageert, wordt een
zelfstandige noodremming uitgevoerd.
De functie is bestemd om botsingen te ver-
mijden tegen voertuigen die geparkeerd
staan of in dezelfde rijstrook en in dezelfde
richting rijden, alsook tegen voetgangers of
fietsers die het traject van de wagen dwars
Inleiding tot thema
Op het display van het instrumenten-
Afb. 183
paneel: aanwijzingen van voorwaarschuwing.