Regelmatig onderhoud
Verzorging en schoonmaak
Basisaanwijzingen
Regelmatig, deskundig onderhoud is belang-
rijk voor de waardevastheid van uw wagen.
Bovendien kan het onderhoud ook één van de
voorwaarden voor het behoud van garantie-
aanspraken bij eventuele corrosie en lak-
schade aan de carrosserie zijn.
De gespecialiseerde werkplaatsen beschik-
ken over de vereiste verzorgingsproducten.
Let op de gebruiksaanwijzingen op de ver-
pakking.
ATTENTIE
Bij verkeerd gebruik kunnen onderhouds-
●
middelen schadelijk voor de gezondheid
zijn.
Berg alle verzorgingsproducten steeds
●
op een veilige plaats op, uit de buurt van
kinderen. Gevaar op vergiftiging!
Milieu-aanwijzing
Bij aankoop van onderhoudsmiddelen mi-
●
lieuvriendelijke producten kiezen.
Resten van conserveringsmiddelen horen
●
niet bij het huisvuil.
Regelmatig onderhoud
De wagen wassen
Hoe langer u wacht om afzettingen te verwij-
deren bijv. insectenresten, vogelpoep, boom-
hars of strooizout dat zich aan de wagen
heeft vastgehecht, hoe groter de schade die
kan worden toegebracht aan het oppervlak.
Hoge temperaturen die bijv. door intensieve
zonnestralen ontstaan, versterken de scha-
delijke werking.
Voordat u het oppervlak schoonmaakt,
maakt u het grove vuil week door overvloedig
water aan te brengen.
Om hardnekkig vuil te verwijderen, zoals in-
sectenresten of boomhars, gebruikt u best
overvloedig water en een microvezeldoek.
Was ook de onderkant van de wagen na een
winterse periode waarin zout is gestrooid.
Hogedrukreinigers
Let bij het wassen van de wagen met een ho-
gedrukreiniger beslist op de gebruiksaanwij-
zingen voor de hogedrukreiniger. Het vorige
geldt vooral voor de druk en afstand tot de
wagen van de waterstraal. Richt de straal
niet direct op de afdichtingen van de zijruiten,
portieren, doppen of het glazen panorama-
dak; dit geldt ook voor banden, rubberslan-
gen, geluidsisolerend materiaal, sensoren en
cameralenzen. Houd een afstand van min-
stens 40 cm.
Verwijder geen sneeuw of ijs met een hoge-
drukreiniger.
In geen geval rondstraalsproeikoppen of vuil-
frezen gebruiken.
Het water mag niet warmer zijn dan 60 °C.
Automatische wasstraten
Besproei de wagen voordat u het wassen
start.
Controleer of de ruiten en het glazen panora-
madak gesloten zijn en de ruitenwissers uit-
geschakeld. Houd rekening met de aanwijzin-
gen van de bediende van de wasstraat, met
name wanneer er afneembare onderdelen
zijn aan uw wagen.
SEAT raadt wasstraten zonder borstels aan.
Met de hand wassen
Reinig de wagen van boven naar onderen
met een zachte spons of een wasborstel. Ge-
bruik reinigingsproducten zonder oplosmid-
delen.
Wagens met matte laklaag wassen met de
hand
Om de wagen niet te beschadigen bij het
wassen, moet u eerst het stof en grove vuil
weghalen. Om insectenresten, vetvlekken en
vingerafdrukken te verwijderen, gebruikt u
best een speciaal reinigingsmiddel voor mat-
te lak.
»
387