Een parkeermodus selecteren
Op het display van het instrumenten-
Afb. 203
paneel: beperkte weergave van het inparkeer-
systeem.
Op het display van het instrumenten-
Afb. 204
paneel: indicatie van de parkeermodi.
De parkeerhulp beschikt over 3 parkeermodi:
300
Rijden
Achteruit recht parkeren.
Achteruit schuin parkeren.
Vooruit schuin parkeren.
Een parkeermodus selecteren met vooraf-
gaand passeren van de parkeerplaats
Na activering van het inparkeersysteem en
detectie van een parkeerplaats wordt op het
scherm van het instrumentenpaneel een par-
keermodus voorgesteld. Het inparkeersys-
reem selecteert automatisch de parkeermo-
dus. De geselecteerde modus wordt getoond
op het scherm van het instrumentenpaneel
›››
afb.
203. Ook wordt de beperkte weerga-
ve van de andere mogelijke parkeermodi ge-
›››
toond
afb.
204. Indien de modus geselec-
teerd door het systeem niet overeenkomt met
de gewenste modus, kunt u een andere mo-
dus selecteren door opnieuw te drukken op
›››
de toets
afb.
202.
Er moet voldaan zijn aan de vereiste voor-
●
waarden om te kunnen inparkeren met het in-
›››
parkeersysteem
pag.
298.
Druk op toets
.
●
Als het systeem is ingeschakeld, brandt een
●
controlelampje in de toets
. Daarnaast
wordt op het scherm van het instrumenten-
paneel de geselecteerde parkeermodus ge-
toond en in de beperkte weergave de andere
parkeermodus waarnaar u kunt wisselen.
Schakel het knipperlicht in van de zijde van
●
de weg waar u wilt parkeren. Op het display
in het instrumentenpaneel wordt de desbe-
treffende zijde van het wegdek weergegeven.
Indien geen knipperlicht wordt gekozen, par-
keert het systeem standaard aan de rechter-
zijde in rijrichting.
Druk indien nodig de toets
●
te veranderen naar de volgende parkeermo-
dus.
Nadat gewisseld is naar alle mogelijke par-
●
keermodi, wordt het systeem uitgeschakeld
wanneer u opnieuw drukt op de toets
Druk zo nodig opnieuw op de toets
●
het systeem weer te activeren.
Volg de aanwijzingen op het scherm van
●
het instrumentenpaneel zonder uw aandacht
van het verkeer af te wenden en ga met de
auto naast de parkeerplaats staan.
Speciaal geval van schuine parkeerplaats
om vooruit in te parkeren zonder vooraf-
gaand passeren van de parkeerplaats
Er moet voldaan zijn aan de vereiste voor-
●
waarden om te kunnen inparkeren met het in-
›››
parkeersysteem
pag.
298.
Rijd vooruit naar de parkeerplaats zonder
●
de aandacht van het verkeer af te wenden en
stop de auto.
Druk de toets
eenmaal in.
●
Als het systeem is ingeschakeld, brandt een
●
controlelampje in de toets
. Daarnaast
opnieuw in om
.
om