Batterij vervangen
De sleutelbaard van de wagensleutel uit-
●
›››
klappen
pag.
96.
Deksel op achterkant van wagensleutel
●
›››
afb. 74
in de richting van de pijl
wijderen.
Haal de batterij met een geschikt dun voor-
●
›››
werp uit het batterijvak
De nieuwe batterij in het batterijcomparti-
●
ment plaatsen en aandrukken zoals is aange-
›››
geven
afb.
75, in tegenovergestelde rich-
›››
ting van de pijl
.
Het deksel in de behuizing van de wagen-
●
sleutel plaatsen en aandrukken zoals is aan-
›››
gegeven
afb.
74, in tegenovergestelde
richting van de pijl, totdat het deksel vastklikt.
ATTENTIE
Een batterij met een diameter van 20 mm of
een knoopcel inslikken kan erg snel levens-
gevaarlijk zijn.
Houd de wagensleutel en de sleutelhan-
●
gers met batterijen buiten het bereik van
kinderen.
Indien u vermoedt dat iemand een batte-
●
rij heeft ingeslikt, raadpleeg dan onmiddel-
lijk een arts.
VOORZICHTIG
Als de batterij niet correct wordt vervan-
●
gen, kan de autosleutel beschadigd raken.
98
Het gebruik van ongeschikte batterijen
●
kan de autosleutel beschadigen. Vervang
daarom de lege batterij altijd door een
nieuwe van dezelfde spanning en afmetin-
gen, en met dezelfde kenmerken.
›››
ver-
Let bij het plaatsen van de batterij op de
●
juiste poolrichting.
afb.
75.
Milieu-aanwijzing
Lever de gebruikte batterijen met het oog
op het milieu in bij een daartoe aangewe-
zen inzamelpunt.
De autosleutel synchroniseren
Als de knop
wordt ingedrukt, is het mogelijk dat de wagen
niet meer met de wagensleutel vergrendeld
of ontgrendeld kan worden. In dit geval moet
de autosleutel zoals hierna aangegeven op-
nieuw gesynchroniseerd worden:
De sleutelbaard van de wagensleutel uit-
●
klappen
Indien vereist, verwijder de afdekking van
●
de handgreep van het portier aan bestuur-
derszijde
Druk op de knop
●
voor moet in de buurt van de wagen zijn.
Open de wagen binnen één minuut met de
●
sleutelbaard. De synchronisatie is voltooid.
Bedienen
vaak buiten de actieradius
›››
pag.
96.
›››
pag.
109.
van de autosleutel. Hier-
Indien van toepassing, breng de afdekking
●
weer aan.
Centrale vergrendeling
Inleiding tot thema
De centrale vergrendeling werkt correct
wanneer alle portieren en de achterklep vol-
ledig gesloten zijn. Als het bestuurdersportier
geopend is, kan de wagen niet met de auto-
sleutel worden vergrendeld.
Als de wagen uitgerust is met Keyless Access
sluit- en startsysteem, kan de wagen enkel
vergrendeld worden als het contact uitge-
schakeld is en het bestuurdersportier geslo-
ten is.
ATTENTIE
Onjuist gebruik van de centrale vergrende-
ling kan ernstig letsel veroorzaken.
De centrale vergrendeling sluit alle por-
●
tieren af. Als een wagen van binnenuit ver-
grendeld is, kunnen niet-geautoriseerde
personen de portieren van buitenaf de por-
tieren niet openen en zich toegang tot de
wagen verschaffen. In noodgevallen of bij
ongelukken kunnen de vergrendelde por-
tieren echter de toegang tot wagen om de
inzittenden te helpen in de weg staan.