Sluit- en openingsautomaat
Met de sluit- en openingsautomaat kunnen
de ruiten volledig worden geopend of geslo-
ten. Hiervoor hoeft u de knop die bij de ruit
hoort niet ingedrukt te houden.
Voor de sluitautomaat: trek de knop voor de
desbetreffende ruit omhoog, tot de tweede
stand.
Voor de openingsautomaat: duw de knop
voor de desbetreffende ruit omlaag, tot de
tweede stand.
Automatische functie stoppen: knop voor
de betreffende ruit opnieuw indrukken of om-
hoog trekken.
Weer activeren van de sluit- en openings-
automaat
Als de accu los- of vastgekoppeld wordt, of
de accu wordt ontladen door een ruit die niet
volledig gesloten is, is de sluit- en openings-
automaat buiten werking en moet deze weer
worden geactiveerd.
Trek de knop van de desbetreffende ruit
●
omhoog en houd de ruit ten minste één se-
conde in deze stand.
Laat de knop los en trek de knop, al vast-
●
houdende, vervolgens opnieuw omhoog. De
sluit- en openingsautomaat is nu weer be-
drijfsklaar.
116
Bedienen
U kunt de automatische elektrische ruiten af-
zonderlijk of tegelijkertijd bedienen.
ATTENTIE
›››
Veiligheidsaanwijzingen
in Inleiding
op pag. 108
in acht nemen.
Verkeerd gebruik van de elektrische ruit-
●
bediening kan lichamelijk letsel tot gevolg
hebben!
Sluit de ruiten nooit zonder op te letten of
●
onbeheerst, omdat dit ernstig letsel voor u
of anderen tot gevolg kan hebben. Verzeker
uzelf er daarom van dat er zich niemand in
het werkingsgebied van de ruiten bevindt.
Indien het contact ingeschakeld wordt,
●
kan elektrische uitrusting, zoals de elektri-
sche ruitbediening, in werking treden,
waardoor er kans op kneuzingen, enz., be-
staat.
De wagenportieren kunnen via de sleutel
●
met afstandsbediening worden vergren-
deld, waardoor hulp in noodsituaties wordt
bemoeilijkt.
Neem daarom altijd de sleutel mee wan-
●
neer u de wagen verlaat.
De ruitbediening werkt pas niet meer als
●
het contact wordt uitgeschakeld en een
van de voorportieren wordt geopend.
Stel indien nodig de ruitbediening achter-
●
in met de veiligheidsschakelaar buiten
werking. Verzeker uzelf ervan dat deze in-
derdaad buiten werking is.
Om veiligheidsredenen mogen de ruiten
●
alleen op een afstand van ca. 2 meter van
de wagen met de sleutel met radiografi-
sche afstandsbediening worden geopend
en gesloten. Tijdens het sluiten altijd naar
het omhoogschuiven van de ruiten kijken,
opdat niemand klem komt te zitten. Als de
vergrendelingsknop wordt losgelaten,
wordt het sluiten direct afgebroken.
Let op
Als het sluiten van de ruit stroef verloopt of
wordt tegengewerkt door een obstakel,
wordt de ruit meteen weer geopend
116. In dit geval moet u controleren waar-
om de ruit niet kon worden gesloten voor-
dat u opnieuw probeert deze te sluiten.
Sluitkrachtbegrenzing van de rui-
ten
De sluitkrachtbegrenzing verlaagt het risico
op verwonding bij het sluiten van de elek-
trisch bedienbare ruiten.
Als het automatisch sluiten van een ruit
●
stroef verloopt of wordt tegengewerkt door
een obstakel, stopt het sluiten van de ruit in
deze stand en wordt de ruit meteen weer ge-
›››
opend
.
Controleer vervolgens waarom de ruit niet
●
sluit, voordat u het opnieuw probeert.
›››
pag.