Wi-Fi Protected Setup (WPS)
3 Hangt af van het apparaat en het land in
kwestie.
Wi-Fi Protected Setup maakt het mogelijk om
snel en eenvoudig een lokaal draadloos net-
werk te creëren met codering.
Breng de verbinding met het draadloze net-
●
werk (WLAN) tot stand.
Druk op de WPS-knop op de WLAN-router
●
tot het lampje op de router begint te knippe-
ren. Indien de WLAN-router geen WPS toe-
staat, moet het netwerk handmatig worden
geconfigureerd.
OF: Houd de WLAN-knop op de WLAN-rou-
●
ter ingedrukt tot het WLAN-lampje op de rou-
ter begint te knipperen.
Druk op de WPS-knop op het WLAN-appa-
●
raat. De WLAN-verbinding wordt tot stand
gebracht.
Herhaal dit proces om andere apparaten aan
te sluiten.
Toegang tot internet configureren
Het infotainmentsysteem kan het WLAN-toe-
gangspunt van een extern apparaat gebrui-
ken om de internetverbinding tot stand te
brengen.
204
Infotainmentsysteem
De verbinding met het draadloze netwerk
(WLAN) tot stand brengen
Activeer en deel het draadloze toegangs-
●
punt op het externe apparaat; raadpleeg
daarvoor de handleiding van de fabrikant.
Druk op de toets
Instellingen; OF ga
●
naar de modus Media en druk op het menu
Instellingen.
Druk in het menu Wifi > Verbinding met wi-
●
fi en vink het selectievakje aan.
Druk op de functietoets Naar wifi zoeken
●
en selecteer het gewenste apparaat in de
lijst.
Voer zo nodig de netwerksleutel van het
●
apparaat in het infotainmentsysteem in en
bevestig met OK.
Handmatige instellingen:
Voor de handmatige invoer van de net-
●
werkinstellingen van een extern apparaat
(WLAN).
De (draadloze) WLAN-verbinding wordt tot
stand gebracht. Om de verbinding af te ron-
den, kan het nodig zijn om nog andere gege-
vens in te voeren in het apparaat.
Let op
Vanwege het grote aantal apparaten kan
niet worden gegarandeerd dat alle functies
storingvrij uitvoerbaar zijn.