worden bemoeilijkt. Hiertoe geeft het systeem
bij onbevoegd binnendringen in de wagen
akoestische en optische waarschuwingssig-
nalen.
Het alarmsysteem wordt automatisch geacti-
veerd wanneer de wagen met de sleutel ge-
sloten wordt. Het systeem wordt onmiddellijk
geactiveerd en het controlelampje in het be-
stuurdersportier en de knipperlichten knippe-
ren om aan te geven dat het alarmsysteem
en het beveiligingssysteem (dubbele beveili-
ging) geactiveerd is.
Als een van de portieren of de klep bij het in-
schakelen van het alarmsysteem niet afge-
sloten is, maakt deze geen deel uit van de be-
veiligde gebieden van de wagen. Indien u la-
ter het portier of de kap sluit, worden deze
automatisch in de beschermingszones van
de wagen geïntegreerd en wordt een opti-
sche waarschuwing door de knipperlichten
gegeven wanneer de portieren sluiten.
De knipperlichten zullen tweemaal knippe-
●
ren bij het openen en het uitschakelen van
het alarmsysteem.
De knipperlichten zullen eenmaal knippe-
●
ren bij het afsluiten en inschakelen van het
alarmsysteem.
Wanneer treedt het alarmsysteem in werk-
ing?
Het alarmsysteem laat gedurende 30 secon-
den akoestische en (knipperende) lichtsigna-
106
Bedienen
len horen en zien die tot 10 maal herhaald
worden wanneer, als de wagen vergrendeld
is, de volgende handelingen zonder autorisa-
tie worden uitgevoerd:
Openen van een mechanisch vergrendeld
●
portier met de wagensleutel zonder de eerst-
volgende 15 seconden het contact in te scha-
kelen (op sommige markten, zoals bijvoor-
beeld Nederland, verdwijnen de 15 seconden
wachttijd en wordt het alarm onmiddellijk ge-
activeerd bij het openen van het portier).
Openen van een portier.
●
De motorkap openen.
●
Openen van achterklep.
●
Contact inschakelen met niet-geautori-
●
seerde sleutel.
Verkeerde handeling aan het alarmsys-
●
teem.
Uitschakeling van de 12 volt accu.
●
Verplaatsing in de wagen (bij wagens met
●
›››
interieurbewaking
pag.
107).
Slepen van wagen (in geval van wagens
●
›››
met afsleepalarm
pag.
107).
Optakelen van wagen (in geval van wagens
●
›››
met afsleepalarm
pag.
107).
De wagen op een veerpont of trein trans-
●
porteren (in geval van wagens met afsleep-
›››
alarm of interieurbewaking
pag.
Ontkoppelen van een aanhanger verbon-
●
den met het diefstal-alarmsysteem.
Het alarm uitschakelen
Ontgrendel de wagen met de ontgrende-
●
lingsknop
van de sleutel.
OF: schakel het contact in met een passen-
●
de sleutel.
Als het bestuurdersportier mechanisch ont-
grendeld wordt met de sleutel, dan hebt u 15
seconden de tijd om het contact in te scha-
kelen vanaf het moment dat het portier geo-
pend wordt.
Anders gaat het alarm gedurende 30 secon-
den af en kan de motor niet worden gestart.
VOORZICHTIG
Als de inbraakbeveiliging wordt uitgescha-
keld, worden ook de interieurbewaking en
het afsleepalarm automatisch uitgescha-
keld.
Let op
Na 28 dagen gaat het controlelampje uit
●
om te voorkomen dat de accu leeg raakt
als de wagen voor langere tijd geparkeerd
staat. Het alarmsysteem blijft geactiveerd.
Als na afloop van het alarmsignaal nog-
●
maals in de beveiligde zone wordt ingebro-
ken (bijv. na het openen van een portier
wordt de achterklep geopend), wordt het
alarmsysteem opnieuw geactiveerd.
107).
Het alarmsysteem
●
veerd als de wagen van binnenuit met de
wordt niet geacti-