Om de instellingen van MirrorLink® te
openen.
Indrukken om terug te keren naar het
hoofdmenu MirrorLink®.
Let op
Op de websites van SEAT (www.seat.com)
en MirrorLink®, of bij uw SEAT-dealer vindt
u informatie over de technische vereisten,
de compatibele mobiele telefoons, de ge-
certificeerde applicaties en hun beschik-
baarheid.
WLAN-toegangspunt
Inleiding
3 Niet beschikbaar voor het model: Mediasys-
teem
Het infotainmentsysteem kan worden ge-
bruikt om een WLAN-verbinding te delen met
›››
maximaal 8 apparaten
pag. 203, Confi-
guratie om verbinding te delen via
Het infotainmentsysteem kan het WLAN-toe-
gangspunt van een extern apparaat ook ge-
bruiken om internet te leveren aan apparaten
die zijn aangesloten op het toegangspunt
›››
(hotspot) (WLAN-client)
pag.
Dataoverdracht
Let op
Voor de noodzakelijke dataoverdracht
●
moet mogelijk een vergoeding worden be-
taald. Door het grote aantal gegevens dat
wordt uitgewisseld, beveelt SEAT aan om
een vast tarief te gebruiken voor de datao-
verdracht. De providers van mobiele telefo-
nie kunnen u hierover informatie verstrek-
ken.
De uitwisseling van gegevenspakketten
●
kan bijkomende kosten met zich meebren-
gen naargelang uw tarief voor mobiele te-
lefonie, met name wanneer u zich in het
buitenland bevindt (bijv. roamingkosten).
Configuratie om verbinding te de-
len via WLAN
De verbinding met het draadloze netwerk
(WLAN) tot stand brengen
Druk op de toets
●
Activeer het draadloze netwerk. Druk daar-
●
WLAN.
voor op de functietoets Wifi > Infotainment-
systeem als hotspot.
Activeer het draadloze netwerk (WLAN) op
●
het te verbinden apparaat; raadpleeg daar-
voor de handleiding van de fabrikant.
204.
Activeer de toewijzing van het mobiele ap-
●
paraat in het infotainmentsysteem. Druk
daarvoor op de functietoets Inschakelen als
hotspot en vink het selectievakje aan.
●
dat getoond wordt en bevestig.
De volgende instellingen kunnen ook worden
uitgevoerd in het menu Infotainmentsys-
teem als hotspot:
●
wordt automatisch een netwerksleutel gege-
nereerd.
●
te netwerksleutel. De functietoets indrukken
om de netwerksleutel handmatig te wijzigen.
De netwerksleutel telt minimaal 8 en maxi-
maal 63 tekens.
●
maal 32 tekens).
De (draadloze) WLAN-verbinding wordt tot
stand gebracht. Om de verbinding af te ron-
den, kan het nodig zijn om nog andere gege-
vens in te voeren in het apparaat.
Instellingen.
Herhaal dit proces om andere apparaten aan
te sluiten.
Tevens bestaat de optie om de QR-code te
scannen, door het apparaat rechtstreeks aan
te sluiten op het wifi-netwerk van het infotain-
mentsysteem zonder dat u het wachtwoord
hoeft in te voeren: selecteer Instellingen >
Wifi > Snelverbinding met infotainment-
systeem.
Voer de netwerksleutel in op het apparaat
Veiligheidsniveau: Met de WPA2-codering
Netwerksleutel: automatisch aangemaak-
SSID: naam van het WLAN-netwerk (maxi-
203