Veiligheidsgordels
Waarom veiligheidsgordels?
Controlelampjes
Gaat rood branden
De bestuurder of bijrijder heeft de veiligheidsgordel
niet om.
Door het branden van het controlelampje
wordt de bestuurder eraan herinnerd de vei-
ligheidsgordel vast te gespen.
Voordat u gaat rijden:
Steeds de veiligheidsgordel juist omges-
●
pen.
Uw bijrijders er ook op wijzen de veiligheids-
●
gordel juist om te gespen voordat u gaat rij-
den.
Kinderen vervoeren in een geschikt kinder-
●
zitje dat in overeenstemming is met de groot-
›››
te en de leeftijd van het kind
Als men begint te rijden met een snelheid bo-
ven 25 km/u (15 mpu) zonder dat de bestuur-
der of bijrijder zijn veiligheidsgordel heeft
vastgegespt, of indien men de gordels los-
maakt tijdens het rijden, klinkt gedurende en-
kele seconden een akoestisch signaal. Daar-
naast gaat ook het waarschuwingslampje
knipperen.
Veiligheidsgordels
Het controlelampje
der en de bijrijder hun gordel bij ingeschakeld
contact vastgespen.
Indicatie gordels omgegespt voor
de zitplaatsen achterin
Instrumentenpaneel: geeft aan dat de
Afb. 6
plaats linksachter bezet is en de overeenkom-
stige veiligheidsgordel juist is omgedaan.
Bij het inschakelen van het contact, infor-
meert de gordelstatusindicator
bestuurder op het instrumentenpaneel of de
pag.
33.
inzittenden op de zitplaatsen achterin de
overeenstemmende veiligheidsgordel heb-
ben omgegespt.
Geeft aan dat de overeenkomstige
plaats niet bezet is.
Groen branden geeft aan dat de plaats
bezet is en de passagier zijn veiligheids-
gordel heeft omgedaan.
gaat uit als de bestuur-
Indien tijdens het rijden achterin een veilig-
heidsgordel wordt losgemaakt, knippert het
overeenstemmende symbool maximaal 60
seconden. Indien gereden wordt met een
snelheid hoger dan 25 km/u (15 mpu) dan
klinkt bovendien een akoestisch signaal.
Indien tijdens het rijden op een van de zit-
plaatsen achterin een veiligheidsgordel
wordt omgegespt of losgemaakt, dan wordt
de gordelstatus aangeduid gedurende ca. 30
seconden.
›››
afb. 6
de
Rood branden geeft aan dat de plaats
bezet is en de passagier zijn veiligheids-
gordel niet heeft omgedaan. In dat geval
gaat ook het controlelampje van de vei-
ligheidsgordels rood branden, en indien
met rijdt met een snelheid van meer dan
25 km/u (15 mpu) klinkt bovendien gedu-
rende enkele seconden een geluidssig-
naal.
17