Parkeren
Kijk naar de weergave op het scherm van
●
het instrumentenpaneel of de parkeerplaats
gedetecteerd werd als "geschikt" en de juiste
positie bereikt werd om te parkeren
›››
205
of
afb. 206
schouwd als "geschikt" indien op het scherm
van het instrumentenpaneel de aanwijzing
om te parkeren
verschijnt.
4
Stop de auto en schakel na een korte pauze
●
de achteruitversnelling in.
›››
Laat het stuur los
●
ma op pag.
297.
Let op het volgende bericht: Ingreep in
●
stuurinrichting actief. Let op uw
. Terwijl u de omgeving goed in het
omgeving!
oog houdt, accelereert u voorzichtig tot maxi-
maal 7 km/u (4 mpu). Tijdens het parkeerma-
noeuvre neemt het systeem enkel het sturen
over. Als bestuurder moet u accelereren,
zo nog koppelen, van versnelling verande-
ren en remmen.
Keer terug tot het continue signaal van de
●
ParkPilot klinkt; OF: keer terug tot op het
scherm van het instrumentenpaneel de aan-
wijzing van vooruitrijden verschijnt
›››
205
of
afb. 206
op het scherm van het instrumentenpaneel
de melding Park Assist beëindigd ver-
schijnt. De voortgangsbalk
›››
leggen afstand aan
pag.
302
Trap het rempedaal in tot het inparkeersys-
●
teem klaar is met draaien aan het stuur; OF:
tot het symbool
strumentenpaneel uitgaat.
›››
afb.
Eerste versnelling inschakelen.
●
. De plaats wordt be-
Rijd vooruit tot het continue signaal van de
●
ParkPilot klinkt; OF: rijd vooruit tot op het
scherm van het instrumentenpaneel de aan-
wijzing voor achteruitrijden verschijnt. Het in-
parkeersysteem rijdt de auto vooruit en ach-
teruit tot hij in het midden van de parkeer-
plaats staat
in Inleiding tot the-
Voor een optimaal resultaat wacht u aan
●
het eind van elk manoeuvre tot het inparkeer-
systeem klaar is met draaien aan het stuur.
Het parkeermanoeuvre eindigt wanneer een
overeenkomstige melding verschijnt op het
scherm van het instrumentenpaneel en even-
tueel een geluidssignaal klinkt.
Voortgangsbalken
De voortgangsbalk
206
6
te leggen afstand op het scherm van het in-
strumentenpaneel. Hoe groter de afstand,
›››
hoe voller de voortgangsbalk. Bij het vooruit-
afb.
rijden vermindert de inhoud van de voort-
; OF: keer terug tot
gangsbalk naar boven, bij het achteruitrijden
naar onderen.
geeft de af te
6
302.
Rijden
op het scherm van het in-
›››
›››
afb. 205
of
afb. 206
›››
›››
afb. 205
en
6
toont op symbolische wijze de nog af
Let op
Indien tijdens het parkeren het manoeuvre
vroegtijdig beëindigd wordt, is het resul-
taat mogelijk niet optimaal.
Uitparkeren met de parkeerhulp
(enkel rechte parkeerplaatsen)
.
Op het display van het instrumenten-
Afb. 207
paneel: een rechte parkeerplaats verlaten.
afb.
Eigen auto met ingeschakelde achteruit-
1
versnelling
Aanwijzing van het voorgestelde ma-
2
noeuvre voor het uitparkeren
Voortgangsbalk om de nog af te leggen
3
afstand aan te geven